Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
Bestuur op gemeentelijk en institutioneel niveau

Netherlands

2.Organisatie en bestuur van het onderwijs

2.7Bestuur op gemeentelijk en institutioneel niveau

Last update: 14 December 2023

 

Bestuur op gemeentelijk niveau

De gemeente is het lokaal bestuur voor het gehele onderwijs, openbaar en bijzonder.

De taken en bevoegdheden van de gemeente als lokaal bestuur zijn:

  • het opstellen van jaarlijkse plannen voor de aanpassing van en het bekostigen van huisvestingsvoorzieningen voor het primair en voortgezet onderwijs;
  • het jaarlijks vaststellen van plannen voor nieuwe openbare en bijzondere scholen voor primair en voortgezet onderwijs;
  • het verdelen van de budgetten voor de bestrijding van de onderwijsachterstanden en het opstellen van een lokaal achterstandsplan;
  • inkopen van volwasseneneducatie ten behoeve van bepaalde doelgroepen;
  • uitvoering van de gemeentelijke regeling leerlingenvervoer, met eigen criteria en voorwaarden voor zover het wettelijk kader dit toelaat;
  • uitvoering van de Leerplichtwet: toezicht op de naleving van de leerplicht en registratie voortijdig schoolverlaten.

 

Bevoegd gezag: bestuur van de onderwijsinstelling

Scholen hebben een wettelijk erkend bevoegd gezag of een zogenoemd schoolbestuur. Een bevoegd gezag beheert en bestuurt een school. Het beheren van een school betreft de zorg over de materiële aspecten van de organisatie, met name het dragen van de kosten van exploitatie en personeel. Het besturen van een school houdt in het bepalen van het onderwijsinhoudelijk beleid, het personeelsbeleid (benoemen, ontslaan, etc.) en het toelatingsbeleid van leerlingen. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de gang van zaken in de scholen voor zover er wettelijke regelingen aan ten grondslag liggen. Het is mogelijk een aantal van de bevoegdheden te delegeren aan de schoolleiding, maar het bevoegd gezag blijft zelf verantwoordelijk.  Kijk voor meer informatie over bevoegd gezag, onderwijzers en ander onderwijsondersteunend personeel in hoofdstuk 10.

 

Bevoegd gezag van het openbaar onderwijs

Het bevoegd gezag van openbare scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs kan in een gemeente uitgeoefend worden door het college van Burgemeester en Wethouders. Sinds 1997 kan de gemeenteraad kiezen voor andere publiekrechtelijke bestuursvormen om de dubbele functie van het gemeentebestuur (bevoegd gezag van het openbaar onderwijs enerzijds en lokale overheid voor het openbaar en bijzonder onderwijs anderzijds) te ondervangen. Deze zijn, naast het college van Burgemeester en Wethouders:

  • de bestuurscommissie;
  • het door de gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;
  • een openbare rechtspersoon;
  • een stichting. 

 

Taken en bevoegdheden bevoegd gezag

De wetgever heeft in Artikel 23 van de Grondwet vastgelegd dat het geven van onderwijs vrij is. Deze vrijheid is opgedeeld in de vrijheid van oprichting, de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting.

  • De vrijheid van oprichting of stichting is de vrijheid om een school op te richten van welke levens- of wereldbeschouwelijke aard dan ook.
  • De vrijheid van richting houdt in dat het bevoegd gezag de vrijheid heeft om het onderwijs te doen verzorgen, gebaseerd op een zelf te bepalen levens- of wereldbeschouwelijk beginsel.
  • De vrijheid van inrichting is de vrijheid die het bevoegd gezag heeft om de onderwijskundige vormgeving van het onderwijs inhoudelijk en didactisch te bepalen. Behalve de drie genoemde vrijheden heeft een bevoegd gezag een aantal meer specifieke taken en bevoegdheden.

Het bestuur van een openbare school heeft dezelfde taken/bevoegdheden als het bestuur van een bijzondere school. De taken/bevoegdheden van het bevoegd gezag omvatten:

  • het oprichten van een school;
  • de keuze van leermiddelen;
  • het opnemen van facultatieve vakken in het lesrooster;
  • het vaststellen van het lesrooster (verdeling van uren over vakken of leergebieden);
  • benoeming en ontslag van schoolleiders, onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel;
  • het personeelsbeleid en aspecten van de arbeidsvoorwaarden van het aan de school verbonden personeel;
  • de toelating en verwijdering van leerlingen;
  • gedragsregels voor leerlingen;
  • de interne organisatiestructuur van de school, waaronder de medezeggenschap van betrokkenen;
  • de aard van de buitenschoolse activiteiten;
  • deelname van de school aan vernieuwingsprojecten;
  • het gebruik dat de school maakt van diensten van instellingen in de verzorgingsstructuur;
  • de vorm en aard van de betrekkingen tussen de school en instellingen rondom de school;
  • het gebruik dat van het schoolgebouw mag worden gemaakt door derden;
  • het beheer van de financiële middelen en de zorg voor de administratie;
  • het opheffen van een school of schoolafdeling.

Naast deze taken en bevoegdheden heeft het bestuur van een openbare school enkele verantwoordelijkheden die samenhangen met de functie van het openbaar onderwijs:

  • er is geen formele vrijheid van oprichting en instandhouding van openbare scholen; men is verplicht voldoende scholen te beheren;
  • er mogen geen leerlingen worden geweigerd;
  • men kan in het openbaar door de gemeenteraad ter verantwoording worden geroepen voor bestuursdaden.

 

Samenwerkingsscholen

Naast openbare scholen en bijzondere scholen zijn er ook samenwerkingsscholen, waarbij scholen van een of meer richtingen zeer nauw met elkaar samenwerken en onder een bevoegd gezag vallen. Voor een aantal samenwerkingsscholen is er samenwerking tussen openbaar en bijzonder onderwijs. Er zijn wettelijke voorschriften voor samenwerkingsscholen waarbij openbaar onderwijs is betrokken. De voorschriften hebben betrekking op het waarborgen van het aanbod en het karakter van het openbaar onderwijs binnen de samenwerkingsschool.