Skip to main content
European Commission logo

Eurydice

EACEA National Policies Platform:Eurydice
Bijzonder onderwijs en alternatieve schooltypen
Netherlands

Netherlands

5.Primair onderwijs

5.4Bijzonder onderwijs en alternatieve schooltypen

Last update: 18 February 2024
On this page

In de leerplichtwet is bepaald dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd onderwijs moeten volgen aan een school. In Nederland bestaat er openbaar en bijzonder onderwijs. Naast deze twee vormen bestaan er in Nederland ook nog andere  schooltypen voor het primair onderwijs. Een aantal hiervan zullen worden toegelicht. 

Bijzondere scholen

Er zijn veel verschillende bijzondere scholen. Zo zijn er bijvoorbeeld rooms-katholieke, protestants-christelijke, joodse, islamitische, hindoeïstische en vrijescholen. Er zijn ook bijzondere scholen waar het onderwijs niet is gebaseerd op een godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, maar op een bepaalde pedagogische opvatting. Dat zijn de algemeen bijzondere scholen. Een bijzondere school wordt bestuurd door een vereniging of een stichting. Ouders kunnen lid zijn van zo’n vereniging.

Scholen met een onderwijskundige grondslag

Op scholen met een pedagogische opvatting is het onderwijs gebaseerd op bepaalde pedagogische uitgangspunten. Scholen geven les op grond van hun visie over onderwijs of opvoeding. Voorbeelden van deze scholen zijn het Daltonscholen, Freinetscholen, Jenaplanscholen en Montessorischolen. Ook openbare scholen kunnen een pedagogische opvatting hebben.

Brede school

Brede scholen werken structureel samen met andere sectoren zoals opvang, welzijn, zorg, sport en/of cultuur om de ontwikkelingskansen van alle leerlingen te vergroten. Kinderen kunnen zich op allerlei manieren ontwikkelen.

Bij de oprichting van een brede basisschool voert de gemeente meestal de regie. De gemeente werkt daarbij samen met instellingen voor bijvoorbeeld kinderopvang, sport, cultuur en welzijn.

Rijdende scholen en scholen voor ligplaatsonderwijs

Er zijn in Nederland scholen voor kinderen van wie de ouders een trekkend bestaan leiden. Deze 'rijdende scholen' en 'scholen voor ligplaatsonderwijs' vallen onder regulier onderwijs en daarmee onder de Wet op het primair onderwijs. Rijdende scholen bieden volledig basisonderwijs aan kinderen van kermisexploitanten of circusartiesten. Ligplaatsscholen bieden onderwijs aan kinderen van binnenschippers in de leeftijd van 3,5 tot 7 jaar.

Particulier basisonderwijs

Een zeer klein deel van de kinderen volgt onderwijs aan een school die niet door de overheid bekostigd wordt:

  • Particuliere scholen die door de leerplichtambtenaar zijn aangemerkt als "school in de zin van artikel 1, onderdeel b , onder 3 van de Leerplichtwet." Dit zijn de B3-scholen voor primair onderwijs. Klik hier voor een overzicht van deze scholen.
  • Internationale of buitenlandse scholen (zogenaamde B4-scholen) richten zich op leerlingen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben en vallen onder het toezicht van een internationale accreditatie-organisatie die door de Nederlandse overheid is erkend of een buitenlandse mogendheid.
  • Thuisonderwijs. Thuisonderwijs is (nog) niet mogelijk onder huidige wetgeving. In uitzonderlijke gevallen kunnen kinderen echter volledig worden vrijgesteld van de Leerplichtwet volgens artikel 5, lid 5, onder b.