2024
Nieuwe afspraken over goed onderwijs op Sint Eustatius
Om hun lessen beter te kunnen afstemmen op wat individuele leerlingen nodig hebben en om bijvoorbeeld goed te kunnen omgaan met verschillen en meertaligheid in de klas, krijgen leraren op Sint Eustatius ondersteuning van speciale coaches. Daarnaast krijgen leerlingen die een steuntje in de rug nodig hebben om het op school goed te doen ook de komende jaren extra hulp. Dit zijn enkele van de afspraken die de minister (Primair en Voortgezet Onderwijs) heeft gemaakt met schoolbesturen, het Openbaar Lichaam en Expertise Centre Education (ECE) van Sint-Eustatius in de Derde Onderwijsagenda. Deze afspraken moeten bijdragen aan het verder verbeteren van het primair en voortgezet onderwijs op het eiland. De agenda werd getekend tijdens het bezoek van de minister aan Caribisch Nederland.
2023
Slagingspercentages eindexamens weer richting normaal na Corona
In het afgelopen schooljaar heeft 90% van alle examenleerlingen in het voortgezet onderwijs hun diploma gehaald. Dit percentage ligt bijna op het niveau van voor de pandemie (92%).
Afgelopen mei deden leerlingen voor het eerst weer examen zonder speciale maatregelen. De afgelopen drie jaar waren er namelijk bijzondere maatregelen van kracht zoals extra herkansingen en één cijfer niet mee laten tellen als dit geen kernvak was (duimregeling).
Nationaal Programma Onderwijs
Met geld uit het Nationaal Programma Onderwijs pakken scholen sinds 2021 de vertragingen aan die leerlingen hebben opgelopen vanwege de coronapandemie. Scholen kunnen uit een menukaart van bewezen effectieve methodes kiezen wat het meest passend is voor hun situatie. Scholen in het primair en voortgezet onderwijs mogen dit geld nog inzetten tot en met schooljaar 2024/2025.
Geen mobiele telefoons meer in klaslokaal
In de klas zijn mobiele telefoon en bijvoorbeeld ook tablets of smartwatches vanaf 1 januari volgend jaar niet meer toegestaan. Deze devices zorgen ervoor dat kinderen afgeleid zijn waardoor ze slechter presteren. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft dit afgesproken met de VO-raad, SPV, PO-raad, AOb, CNV-onderwijs, FvOV, Ouders en Onderwijs en het LAKS.
Alleen wanneer mobiele telefoon noodzakelijk zijn voor de inhoud van de les mogen ze worden gebruikt. Het is aan de scholen zelf om hier met leraren, ouders en leerlingen regels voor af te spreken. Scholen kunnen zelf ook de keuze maken om mobiele telefoon helemaal te weren. Leerlingen die hun telefoon nodig hebben vanwege medische redenen of een beperking mogen deze wel gebruiken. Voor het speciaal onderwijs komen er aangepaste afspraken.
De komende periode zullen de betrokken organisaties de afspraak verder uitwerken.
Gratis maaltijden voor kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs
Nieuwsbericht | 19-09-2023
Het gratis maaltijdprogramma is afgelopen maart van start gegaan. In dit programma wordt gratis ontbijt of lunch aangeboden op basisscholen en middelbare scholen. Inmiddels is besloten dat dit programma voor de deelnemende scholen in 2024 wordt voortgezet. Het ministerie van OCW investeert € 102,5 miljoen, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid € 52,5 miljoen en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport € 10 miljoen. Hiervan gaat € 1 miljoen uit de algemene middelen naar Caribisch Nederland.
Scholen hebben de vrijheid om dit te organiseren op een manier die het meest geschikt is voor hun leerlingen. Scholen kunnen ervoor kiezen om een maaltijd op school of een maaltijd thuis aan te bieden. Mogelijkheden zijn onder meer het samenwerken met vrijwilligers die het eten bereiden. Zij krijgen hiervoor dan een vrijwilligersvergoeding of kunnen ervoor kiezen om gebruik te maken van cateraars. Een andere optie is het verstrekken van boodschappenkaarten. Gezinnen kunnen deze kaarten gebruiken om zelf eten te kopen in de supermarkt.
Dit initiatief richt zich op scholen waar minimaal 30% of meer van de leerlingen uit gezinnen met lage inkomens komt. Ruim 1.600 scholen nemen deel aan dit programma, dankzij de inzet van het Jeugdeducatiefonds en het Rode Kruis. Deze partijen zullen volgend jaar ook verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. Dit initiatief zal ook in het Caribisch gebied worden voortgezet
Introductie van een strategisch personeelsbeleid
Nieuwsbericht | 10-05-2023
Om de aantrekkelijkheid van werkgelegenheid in de onderwijssector te vergroten, wil het ministerie van OCW een nieuwe wet invoeren die de kans vergroot dat docenten en instructeurs een vast dienstverband krijgen.
Met de invoering van het nieuwe Strategisch Personeelsbeleid in 2024 kunnen medewerkers in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs na één jaar goede prestaties in de functie een vast contract krijgen. Met de invoering van deze nieuwe wet wil Nederland het lerarentekort aanpakken door nieuwe leraren naar de sector te trekken en leraren aan te moedigen hun positie te behouden
Daarnaast stimuleert het Strategisch Personeelsbeleid schoolbesturen om (startende) leraren beter te begeleiden en meer middelen te besteden aan loopbaanbegeleiding en verlichting van de werkdruk. Daarnaast zullen schoolbesturen verplicht worden ervoor te zorgen dat minimaal 80% van hun personeel uit vaste medewerkers bestaat. Bovendien mag een school slechts 5% van haar budget besteden aan freelancers en uitzendkrachten.
Meer gelijke kansen overgang van basis- naar voorgezet onderwijs
Nieuwsbericht | 01-01-2023
De eindtoets in het laatste jaar van de basisschool wordt gewijzigd in een overdrachtstoets. Om ongelijkheid tegen te gaan wordt de overdrachtstoets vanaf schooljaar 2023-2024 eerder in het jaar afgenomen. Alle leerlingen schrijven zich dan tegelijkertijd (in de week vóór 1 april) in voor het voortgezet onderwijs. Hierdoor hebben alle leerlingen een gelijke kans om op de school van hun voorkeur te worden geplaatst, op het niveau dat het beste bij hen past.
2022
Nationaal Onderwijsakkoord: € 1,5 miljard voor kwalitatief goed onderwijs
Nieuwsbericht | 22-04-2022
Iedere schoolverlater moet kunnen lezen, schrijven, rekenen en bekend zijn met zijn burgerrechten en verantwoordelijkheden. Dit vraagt van scholen dat zij over voldoende, gekwalificeerde en competente leraren, schoolleiders en ondersteunend personeel beschikken. Het onderwijs heeft echter moeite met het omgaan met de ernstige personeelstekorten. Om dit probleem aan te pakken voeren het Ministerie van OCW, de lerarenvakbonden en de Raden van het Basis- en Voortgezet Onderwijs gezamenlijk een meerjarig Nationaal Onderwijsakkoord uit. Het kabinet investeert 1,5 miljard euro in leraren, schoolleiders en ander personeel om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.
Het convenant is vandaag ondertekend door de minister van het basis- en voortgezet onderwijs, vertegenwoordigers van de lerarenvakbonden (AOB, CNV Onderwijs, FNV O&O, FVOV), de Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) en de Raden van het Basis- en Voortgezet Onderwijs. Het Nationaal Onderwijsakkoord betekent betere salarissen voor leraren in het basisonderwijs en een lichtere werkdruk voor leraren in het voortgezet onderwijs. Het is ook het startpunt voor een bredere werkagenda om het personeelstekort aan te pakken en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Minister van het basis- en voortgezet onderwijs zei hierover het volgende: ‘We willen dat iedere leerling uitstekende leraren heeft die hem stimuleren boeken te lezen, rekenen helder uit te leggen en kinderen leren altijd met respect met anderen om te gaan. Hiervoor hebben we voldoende gekwalificeerde docenten nodig. We geven 1,5 miljard euro uit om leraren, schoolleiders en ander onderwijzend personeel hogere salarissen, een lichtere werkdruk en meer tijd voor persoonlijke en professionele ontwikkeling te geven. We weten dat het verbeteren van het onderwijs voor leraren en leerlingen een lang en veeleisend proces zal zijn. Er is dus geen tijd te verliezen.’
Hoger salaris
Leraren en ander personeel in het basisonderwijs zullen voortaan hetzelfde salaris verdienen als hun collega's in het voortgezet onderwijs in gelijkwaardige banen. Het kabinet heeft hiervoor 919 miljoen euro uitgetrokken. De komende jaren zullen de salarissen van leraren in het basisonderwijs met gemiddeld 10% stijgen, wat neerkomt op ongeveer € 5.300 per jaar voor een voltijdleraar. Er zullen grote individuele verschillen zijn, maar de salarisschalen van dit jaar zullen de inkomens van alle leraren met minstens 4% verhogen. Dit zou het lesgeven aantrekkelijker moeten maken, zowel voor degenen die het beroep betreden als voor ervaren leraren. Schoolleiders verdienen ook meer waardering, omdat zij een cruciale rol spelen om hun teams kwalitatief goed onderwijs te laten bieden. Dit jaar gaat het salaris voor basisschoolleiders met minimaal 5% omhoog, met een totale stijging van gemiddeld 11% over meerdere jaren.
Verlichting van de werkdruk
Zowel op basisscholen als op middelbare scholen is de werkdruk hoog en staan leraren voor grote uitdagingen. Dit schooljaar trekt het kabinet nog eens 300 miljoen euro uit om de zware werkdruk in het voortgezet onderwijs aan te pakken, zoals ze dat al deed voor het basisonderwijs. De vakbonden en de VO-raad maken afspraken over de verdeling van het geld, zodat het terecht komt waar het echt nodig is. Met de middelen zou bijvoorbeeld extra ondersteunend personeel kunnen worden ingehuurd.
Extra tijd
Leraren moeten tijd hebben voor voortdurende professionele ontwikkeling om hun vaardigheden regelmatig bij te werken. Vanaf dit schooljaar stelt het kabinet structureel € 118 miljoen beschikbaar voor de professionalisering van leraren. Er is ook aanvullende financiering beschikbaar voor schoolleiders om zich bezig te houden met professionele ontwikkeling. Het nationale curriculum – dat de kennis en vaardigheden voorschrijft die leerlingen moeten leren – zal ook profiteren van een duidelijker mandaat. Zo spoedig mogelijk zal het worden aangepast om sterker te focussen op basisvaardigheden op het gebied van taal, rekenen en burgerschapsonderwijs.
Extra aanvulling
Alle kinderen hebben goede leraren en schoolleiders nodig, maar de individuele behoeften lopen uiteen. Sommige kinderen zijn kwetsbaar omdat ze bijvoorbeeld thuis problemen hebben of extra hulp nodig hebben met taal. Het is essentieel dat de school voldoende leraren, schoolleiders en ondersteunend personeel heeft om ieder kind een eerlijke kans te geven om een basis te leggen voor een veilige toekomst. Om leraren aan te trekken naar scholen met een groot aantal kwetsbare leerlingen, ontvangen zij bovenop hun salaris een marktconforme vergoeding. Het kabinet heeft deze regeling voor twee jaar begroot, maar stelt nu voor om deze na 2023 voort te zetten. Dit wordt vastgelegd in een cao met lerarenvakbonden en onderwijsraden.
Extra leerlingenondersteuning met twee jaar verlengd
Nieuwsbericht | 25-02-2022
Ieder kind moet op een aanvaardbaar niveau leren lezen, schrijven en rekenen. Om deze basisvaardigheden bij alle kinderen te versterken, wordt het Nationale Onderwijsprogramma met twee jaar verlengd. De regering heeft ook besloten een deel van de financiering te verschuiven naar scholen die dit het meest nodig hebben.
‘Ik wil dat ieder kind ondanks de coronapandemie het volledige potentieel kan benutten’, zegt minister van basis- en voortgezet onderwijs. ‘Het begint met een stevige basis in lezen, schrijven en rekenen, maar ook met het monitoren van het leerlingenwelzijn. Scholen werken hier heel hard aan, maar worden de laatste tijd belemmerd door de gevolgen van de coronapandemie. Daarom geven we ze extra tijd om de basis van goed onderwijs verder te versterken met maatregelen die in het verleden effectief zijn gebleken.’
Meer tijd
Indien nodig kan de programmafinanciering ook in de schooljaren 2023/2024 en 2024/2025 worden ingezet. Hierdoor krijgen scholen meer ruimte om het geld aan passende maatregelen te besteden. De hoeveelheid tijd en ruimte die hiervoor nodig is, zal per school verschillen. Scholen krijgen ruim voor aanvang van het schooljaar te horen hoeveel ze precies krijgen, zodat ze gerichte plannen kunnen maken.
Verschillende toewijzingen van financiering
Het is duidelijk geworden dat middelbare scholen nu meer geld per leerling nodig hebben om de basisvaardigheden op het gebied van lezen en schrijven te versterken. Tijdens de pandemie waren middelbare scholen langer gesloten dan basisscholen, dus ze hebben meer in te halen. Voor komend schooljaar wordt het normbedrag per leerling daarom verhoogd naar circa € 820,- in het voortgezet onderwijs, tegenover € 500,- in het basisonderwijs.
Scholen kregen al extra financiering voor leerlingen in het speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs en de bovenbouw van het vmbo en zullen dat blijven doen. De financiering zal niet langer specifiek gericht zijn op scholen in achtergestelde gebieden. In plaats daarvan zal er breder worden gekeken naar waar extra geld nodig is voor het aanleren van basisvaardigheden. Uit onderzoek blijkt dat ook leerlingen uit middenklassegezinnen betere ondersteuning nodig hebben.
Structurele aandacht
Het kabinet ziet de verbreding van het programma als een logische stap op weg naar structurele verbetering van het onderwijssysteem, zoals vastgelegd in het regeerakkoord. Hiermee wordt voortgebouwd op het Nationale Onderwijsprogramma, dat in februari 2021 van start ging en in totaal 5,8 miljard euro beschikbaar stelt voor projecten in het basis- en voortgezet onderwijs.
Scholen kiezen uit een speciaal ontwikkeld ‘menu’ van interventies die effectief zijn gebleken. Uitgebreide monitoring en verantwoording zijn in het programma ingebouwd. In april wordt een tweede voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer gestuurd, met nieuwe gegevens over de wijze waarop scholen het programma uitvoeren en over het welzijn van de leerlingen.