Demografische situatie
In 2025 telde Nederland meer dan 18 miljoen inwoners, die leven op een oppervlakte van 41.528 km2 (33.881 km2 land). Per km2 is de bevolkingsdichtheid 533 personen (2024). Nederland telt ongeveer 4,9 miljoen inwoners met een migratieachtergrond (27,8% van de totale bevolking).
Bij het afbakenen van personen met een migratieachtergrond staat het geboorteland van de ouders centraal:
- • Bij personen met een Nederlandse achtergrond zijn beide ouders in Nederland geboren.
- • Bij personen met een migratieachtergrond is ten minste één ouder in het buitenland geboren
In Nederland is iets meer dan 1/3 (34,8%) van de bevolking tussen de 40 tot 65 jaar. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de leeftijdsopbouw van de bevolking in Nederland.
Leeftijdsopbouw bevolking Nederland
Bevolking naar leeftijd | 2005 | 2010 | 2013 | 2015 | 2016 | 2022 | |
In % | |||||||
Jonger dan 20 jaar | 24,5 | 23,7 | 23,1 | 22,7 | 22,5 | 21,2 | |
20 tot 39 jaar | 27,4 | 25,3 | 24,6 | 24,5 | 24,5 | 25,5 | |
40 tot 64 jaar | 34,1 | 35,7 | 35,5 | 35,1 | 34,8 | 33,2 | |
65 tot 79 jaar | 10,5 | 11,4 | 12,6 | 13,4 | 13,8 | 15,2 | |
80 jaar of ouder | 3,5 | 3,9 | 4,2 | 4,3 | 4,4 | 4,9 | |
In aantallen | |||||||
Totaal | 16.305.526 | 16.574.989 | 16.778.025 | 16.900.726 | 16.979.120 | 17 590 672 | |
Jonger dan 20 jaar | 3.987.957 | 3.928.334 | 3.870.423 | 3.828.059 | 3.818.499 | 3 737 817 | |
20 tot 39 jaar | 4.467.783 | 4.192.772 | 4.119.832 | 4.134.447 | 4.163.702 | 4 487 841 | |
40 tot 64 jaar | 5.561.116 | 5.915.555 | 5.963.523 | 5.963.523 | 5.911.611 | 5 839 561 | |
65 tot 79 jaar | 1.715.097 | 1.890.334 | 2.121.391 | 2.121.391 | 2.336.560 | 2 672 346 | |
80 jaar of ouder | 573.573 | 573.573 | 702.856 | 734.976 | 748.748 | 853 107 |
Bron: CBS
Werkgelegenheid- en werkloosheidscijfers beroepsbevolking
- Het werkloosheidscijfer is de afgelopen drie maanden stabiel gebleven met 374 duizend werklozen, ofwel 3,7% van de beroepsbevolking (2024).
Bron: CBS
Migratie- en immigratiestromen
Op 1 januari 2024 waren er 17,9 miljoen inwoners. 83,8 procent van de bevolking is in Nederland geboren. Voor het grootste deel waren beide ouders ook in Nederland geboren (72,1 procent). Bij een kleiner deel was één ouder in het buitenland geboren (6,3 procent) of waren beide ouders in het buitenland geboren (5,3 procent). 16,2 procent is zelf in het buitenland geboren en naar Nederland gemigreerd.
Van alle migranten is ongeveer een derde in Europa geboren en twee derde buiten Europa. Van hen zijn de meesten van Turkse, Surinaamse of Marokkaanse afkomst. Er is ook een relatief grote groep uit (overig) Azië. Bij de tweede generatie (geboren in Nederland) verschilt de verdeling van herkomstlanden naar het geboorteland van de ouders. Van de groep met één in het buitenland geboren ouder is iets meer dan de helft van buiten-Europese afkomst. Ongeveer een zesde van hen heeft een ouder die in Indonesië is geboren. Van de groep met twee in het buitenland geboren ouders is een grote meerderheid van buiten-Europese afkomst. Zij zijn vaak van Turkse of Marokkaanse afkomst.
Personen met verschillende migratieachtergronden wonen niet gelijk verdeeld over Nederland. Zo wonen personen met een niet-westerse achtergrond vooral (in de buurt van) de vier grote steden. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag heeft meer dan 50 procent van de inwoners een niet-westerse achtergrond.
De grootste groep niet-westerse allochtonen wordt gevormd door Turken (457.100), op de voet gevolgd door Marokkanen (429.176) en Surinamers (365.352). Na de Nederlandse Antillen en Aruba (194.454) neemt het aantal andere landen van herkomst snel af.
2000 | 2005 | 2015 | 2016 | 2024 | |
In aantallen | |||||
Turken | 308.890 | 358.846 | 396.555 | 397.471 | 457.100 |
Marokkanen | 262.221 | 315.821 | 380.755 | 385.761 | 429.176 |
Surinamers | 302.514 | 329.430 | 348.662 | 349.022 | 365.352 |
Antillen & Aruba | 107.197 | 130.538 | 148.926 | 150.981 | 194.454 |
Overig, niet-westers | 427.945 | 564.407 | 763.611 | 813.357 |
Bron: CBS
Leerlingen
- In 2022/'23, 49 percent of elementary school students whose parents were both foreign-born (second generation) received a havo or vwo recommendation. In 2011/'12, the figure was 38 percent. Pupils born abroad (migrants) also receive this advice more often. More pupils of foreign origin (both migrants and second generation) also followed these forms of education.
Bron: CBS
Taal
Nederlands is de officiële taal van Nederland. Daarnaast is Fries in de provincie Fryslân erkend als tweede officiële taal.
Fries
- Fries en Nederlands zijn de officiële talen in de provincie Fryslân. Friese burgers hebben het recht om hun eigen taal (Nederlands of Fries) te gebruiken. Bijvoorbeeld in de rechtszaal of in contact met de gemeente. Dat is geregeld in de Wet gebruik Friese taal.
- De wet bepaalt ook hoe in het rechtsverkeer de eed of belofte in het Fries wordt afgenomen. En hoe Friese gemeenten regels en een beleidsplan moeten opstellen voor het gebruik van de Friese taal.
- Het Fries is een gestandaardiseerde taal. De provincie stelt in overleg met de Fryske Akademy de spelling van het Fries vast.
Nedersaksisch en Limburgs
Het Nedersaksisch (in 1996) en het Limburgs (in 1997) zijn erkend als regionale talen onder het Europees Handvest. Door deze erkenning kunnen betrokken provincies en gemeenten een eigen beleid voor deze regionale talen voeren. Daarmee bevorderen zij het cultureel erfgoed van Nederland. Zij geven bijvoorbeeld subsidies aan lokale toneelverenigingen. Of aan regionale omroepen die voor een deel in deze talen uitzenden.
Het Limburgs en het Nedersaksisch zijn niet gestandaardiseerde talen. Zo kent het Nedersaksisch verschillende varianten. Waaronder het Gronings, het Drents en het Twents.
Jiddisj en de talen van Roma en Sinti
Het Jiddisj en het Sinti-Romanes zijn in 1996 door Nederland erkend als non-territoriale talen. De sprekers wonen verspreid over Nederland maar ook in andere Europese landen. Zo wonen er bijvoorbeeld ook Sinti en Roma in onze buurlanden.
Talen en onderwijs
Sinds 1 januari 2016 mogen basisscholen tot 15% van hun lessen in een andere taal geven. De leerlingen krijgen dus niet alleen het vak Engels. Leraren kunnen ook vakken zoals gym en geschiedenis in het Engels geven. Tweetalig primair onderwijs (tpo) is een proef op een aantal basisscholen. Ze geven 30 tot 50% van alle vakken in het Engels vanaf groep 1. Daardoor leren kinderen beter Engels spreken dan kinderen die pas later kennismaken met deze taal. De pilot duurt tot en met 2019.
In het hoger onderwijs en in volwasseneneducatie en beroepsonderwijs is wettelijk geregeld dat het onderwijs in het Nederlands wordt gegeven en dat de examens in het Nederlands worden afgenomen. Hiervan kan worden afgeweken wanneer het een taalopleiding betreft, wanneer het onderwijs betreft dat door een anderstalige gastdocent wordt gegeven of indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt.
Bron: Rijksoverheid
Religie
Vrijheid van godsdienst is vastgelegd in de grondwet. In Nederland is er een scheiding van kerk en staat, er is geen staatsgodsdienst. Van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder beschouwt 42,8% zichzelf als lid van een kerkgenootschap of religieuze groepering. Het gaat om de beleving van de gelovige:
- De rooms-katholieken vormen hierbij de grootste groep (18,2%).
- Ongeveer 13,2% is protestant
- Daarnaast is ongeveer 5,6% moslim
- 6,9% heeft een andere godsdienst (joods, hindoeïstisch, boeddhistisch).
Nederland kent openbaar en bijzonder onderwijs. Het openbaar onderwijs is een onderwijsvorm zonder een bepaalde godsdienst of levensbeschouwing als grondslag. Het bijzonder onderwijs betreft scholen die vanuit een bepaalde godsdienst, levensbeschouwing, maatschappelijke of onderwijskundige visie het onderwijs vormgeven.
Bron: CBS