9.3.1 Organisatorische aspecten
-
Scholen voor primair-, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs beschikken over een eigen budget voor scholing van (zittend) personeel (nascholing). Scholen bepalen zelf de inhoud van die scholing en welke instantie die scholing verzorgt.
-
Er zijn geen bij wet geregelde instellingen voor nascholing. Nascholing kan door instellingen binnen het onderwijsdomein en door commerciële instellingen worden verzorgd. Veel nascholing wordt verzorgd door instellingen die ook de lerarenopleidingen verzorgen (hogescholen met pedagogisch onderwijs en universiteiten met een lerarenopleiding). Zij werken eventueel samen met een schoolbegeleidingsdienst, een landelijk pedagogisch centrum of deskundigen die niet direct in het onderwijsveld werkzaam zijn.
Een leraar bepaalt grotendeels de kwaliteit van het onderwijs. De overheid wil de kwaliteit en de carrièrevooruitzichten van leraren verbeteren. Daarvoor is het Actieplan Leraar 2020 gemaakt. Enkele maatregelen zijn:
- Lerarenbeurs: Met een lerarenbeurs kunnen leraren een bachelor- of masteropleiding volgen. Zo kunnen ze zich verder ontwikkelen.
- Functiemix: Met de functiemix kunnen leraren doorgroeien naar hogere leraarsfuncties met bijbehorende beloning.
- Lerarenregister: Alle bevoegde leraren in Nederland kunnen zich inschrijven in het Lerarenregister. Hierin leggen zij vast welke activiteiten ze ondernemen om hun professionaliteit te ontwikkelen.
Lerarenbeurs voor scholing
Een bevoegd leraar komt in aanmerking voor een lerarenbeurs als zij hun professionele kennis willen verhogen, hun vakkennis willen verbreden of zich willen specialiseren. . Met deze beurs kan de leraar een subsidie krijgen voor een bachelor of masteropleiding. Om voor deze beurs in aanmerking te komen moet de leraar wel voldoen aan enkele voorwaarden.
De belangrijkste voorwaarden om een Lerarenbeurs te ontvangen zijn:
- Het hebben van een onderwijsbevoegdheid (leraren in het primair-, voortgezet- en beroepsonderwijs) of minimaal een bachelor (leraren in het hbo);
- Voor minimaal 20% van de betrekkingsomvang belast zijn met lestaken.
- Minimaal 15 behaalde studiepunten per studiejaar.
De lerarenbeurs vergoedt gedeeltelijk de volgende kosten:
- Cursusgeld of collegegeld (per jaar maximaal € 7.000,- voor collegegeld en maximaal € 7.000 voor instellingscollegegeld)*;
- Maximaal € 350,-voor studiemiddelen en reiskosten.
* Als iemand niet aan de voorwaarden voor het wettelijk collegegeld voldoet, moet die persoon instellingscollegegeld betalen. De werkgever kan subsidie krijgen om vervanging van de leraar tijdens studieverlof te bekostigen.
Sinds 2013 komen ook ambulante begeleiders in het (speciaal) onderwijs voor een lerarenbeurs in aanmerking. Ambulante begeleiders staan niet voor de klas, maar begeleiden leerlingen met een leerlinggebonden financiering.
Promotiebeurs
De Promotiebeurs is bedoeld voor onder andere leraren in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs die willen promoveren. Met deze beurs kunnen bevoegde leraren promotieonderzoek doen aan een universiteit en een proefschrift schrijven. Leraren kunnen zelf een vakgebied en een onderwerp kiezen om op te promoveren.
In aanmerking komen voor een Promotiebeurs
- Leraren die in aanmerking willen komen voor de Promotiebeurs ontwikkelen zelf een onderzoeksidee. De leraar werkt vervolgens samen met de hoogleraar die hem wil begeleiden (de promotor) het idee uit tot een onderzoeksvoorstel. Dit voorstel wordt beoordeeld door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Leraren die worden toegelaten worden vijf jaar lang twee dagen per week vrijgesteld om te werken aan hun promotieonderzoek, met behoud van salaris. Scholen ontvangen middelen om de leraar gedurende die twee dagen te kunnen vervangen.
9.3.2 Stimulansen voor deelname aan doorgaande professionele ontwikkelingsactiviteiten
Onderhoudsplicht
De eisen aan de bekwaamheid van leraren staan in de Wet op de beroepen in het onderwijs (BIO). Scholen zijn verplicht om van iedere leraar een bekwaamheidsdossier bij te houden. Hierin staan de afspraken tussen werkgever en leraar. Bijvoorbeeld over zijn ontwikkeling via (bij)scholing. Op deze manier houdt de overheid grip op de kwaliteit van leraren en daarmee ook de kwaliteit van het onderwijs.
In 2006 zijn met de werkgevers- en werknemersorganisaties in het primair- en voortgezet onderwijs in het convenant "Professionalisering en begeleiding van het onderwijspersoneel" afspraken gemaakt, onder andere over:
• het begeleiden en mede opleiden van stagiairs;
• het begeleiden en mede opleiden van leraren in opleiding (lio's);
• over het deels mede opleiden van ander onderwijspersoneel binnen de school.
Nederland kent een functiemix . De functiemix is de verdeling van lerarenfuncties over de verschillende salarisschalen. Met extra geld van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) kunnen scholen leraren carrièrekansen bieden. Zo kunnen leraren doorgroeien naar een hogere leraarsfunctie met bijpassend salaris.