Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
Onderwijs in primair onderwijs

Netherlands

5.Primair onderwijs

5.2Onderwijs in primair onderwijs

Last update: 22 February 2024

Curriculum, onderwerpen en lesuren

Het onderwijs is geregeld in de Wet op het Primair onderwijs (WPO). In de WPO staan voorschriften voor het totaal aantal uren basisonderwijs dat basisscholen moeten geven. Dit is de verplichte onderwijstijd: minimaal 7520 uren verdeeld over 8 jaar. Er is geen wettelijk verplicht aantal uren per vak vastgesteld. In de WPO staat dat het onderwijs moet bestaan uit:

  • zintuiglijke en lichamelijke oefening;
  • Nederlandse taal;
  • rekenen en wiskunde;
  • Engelse taal;
  • enkele kennisgebieden, waaronder aardrijkskunde, geschiedenis, natuur (incl. biologie), maatschappelijke verhoudingen (incl. staatsinrichting) en geestelijke stromingen;
  • bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer;
  • bevordering van gezond gedrag.

Fries als verplicht schoolvak
Op scholen in de provincie Fryslân volgen scholieren het vak Fries. Scholen moeten verplicht het Fries als vak aanbieden. Behalve als de provincie Fryslân een school (gedeeltelijke) toestemming heeft gegeven om geen Fries te geven. Verder mogen Friese scholen het Fries naast het Nederlands ook als voertaal in het onderwijs gebruiken. Het vak Fries kan een onderdeel zijn van het eindexamenpakket voor leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Niet-verplichte vakken
Een school kan het verplichte vakkenpakket aanvullen met niet-verplichte vakken. Voorbeelden hiervan zijn godsdienstonderwijs, Frans of Duits. Ouders kunnen via de medezeggenschapsraad van de school meepraten (maar niet meebeslissen) over de keuze van deze niet-verplichte vakken.

Kerndoelen

  • De overheid heeft kerndoelen (Kerndoelen primair onderwijs) vastgesteld voor het primair onderwijs. Van scholen wordt verwacht dat zij hun onderwijsactiviteiten zo organiseren dat alle leerstof waarop de kerndoelen betrekking hebben, is behandeld aan het eind van het primair onderwijs. Deze kerndoelen definiëren op globaal niveau het kerncurriculum van de basisscholen en zorgen voor een goede inhoudelijke aansluiting op het voortgezet onderwijs.

    Het document Kerndoelen Primair onderwijs beschrijft de verschillende kerndoelen en gaat in op onderstaande onderdelen:
    - Nederlands;
    - Engels;
    - Friese taal;
    - Rekenen/wiskunde;
    - Oriëntatie op jezelf en de wereld;
    - Kunstzinnige oriëntatie;
    - Bewegingsonderwijs;
    - Handelingssuggesties kerndoelenkaarten.
    - De vakken Frans en Duits behoren niet tot de kerndoelen, maar scholen die dat willen, mogen ze wel opnemen in hun onderwijsprogramma. De wettelijk vastgelegde kerndoelen voor Engels dienen ook voor Frans en Duits als leidraad.

    Wetenschap en techniek
    Basisscholen moeten aandacht besteden aan wetenschap en techniek. Dat staat in de kerndoelen. De overheid wil dat er meer aandacht komt voor deze vakken. Scholen krijgen daarbij hulp van het bedrijfsleven en het technisch hoger onderwijs. Zo kunnen leerlingen (beter) kennismaken met techniek.

Lessen over diversiteit en seksualiteit
In 2012 zijn de kerndoelen in primair onderwijs, voortgezet en speciaal onderwijs die betrekking hebben op respectvolle omgang met elkaar, aangevuld met een passage die aangeeft dat leerlingen leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.

Talen
In Nederland worden de vakken over het algemeen in het Nederlands gegeven. Er is wel de mogelijkheid om vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) te volgen. Dit betekent dat leerlingen een vreemde taal leren op een zeer jonge leeftijd, meestal al vanaf groep 1. Ruim 650 basisscholen in Nederland bieden vvto aan. Het gaat hierbij om de talen Engels, Duits, Frans en Spaans.

Methodes en materialen

Iedere basisschool en school voor speciaal basisonderwijs is vrij in de keuze van haar onderwijsmethoden en leermiddelen. Leermiddelen zijn eigendom van de school. Het produceren, distribueren en verkopen van leermiddelen is een commerciële activiteit in Nederland.

Het Kenniscentrum Leermiddelen (KCL) van Stichting voor Leerplanontwikkeling (SLO) ondersteunt scholen bij het kiezen van de leermiddelen. Zij geven een overzicht van methodes en lesmateriaal voor het primair onderwijs.

SLO heeft in opdracht van het ministerie van OCW de kerndoelen uitgewerkt in inhouden en activiteiten (eerder ook wel tussendoelen en leerlijnen genoemd). De inhouden en activiteiten zijn handreikingen aan leraren, maar ook aan studenten, leermiddelenontwikkelaars, opleiders en begeleiders, inspecteurs en andere bij basisonderwijs betrokkenen. De handreikingen hebben betrekking op een mogelijke invulling van de globale kerndoelen.

Gebruik van ICT

Het gebruik van ICT in het primair onderwijs is niet wettelijk voorgeschreven. Scholen gaan zelf over de wijze waarop zij hun onderwijs vormgeven met ICT. Uit het Monitor ICT-bekwaamheid leraren PO onderzoek 2020 van de PO raad en Kennisnet blijkt o.a. dat vrijwel alle leraren maken gebruik van verschillende vormen van ICT en digitaal leermateriaal. In de huidige situatie ligt de nadruk bij de inzet van ICT vooral bij het ondersteunen van het lesgeven van de leraar. Veelvoorkomend is het gebruik van het digibord en van digitaal lesmateriaal bij het klassikaal geven van uitleg. Een belangrijke rol nemen oefenprogramma’s in. Veelgebruikt zijn oefenprogramma’s waarbij de computer feedback geeft en nieuwe opgaven telkens afstemt op het vaardigheidsniveau van de leerling. Ook ondersteunt ICT leraren bij toetsing en individuele begeleiding van leerlingen, waarbij ICT zicht biedt op de vorderingen van individuele leerlingen. Voor al deze toepassingen verwachten leraren, schoolleiders en schoolbestuurders dat het gebruik verder zal toenemen. Dit betekent voor de dagelijkse onderwijspraktijk dat een steeds groter aantal leraren en leerlingen steeds frequenter gebruik maakt van verschillende ICT-toepassingen. De trend is duidelijk dat bij het geven van onderwijs de ondersteunende bijdrage van ICT verder toeneemt.

Leraren en schoolleiders maken ook gebruik van de mogelijkheden die de ICT biedt om het onderwijs beter te organiseren. Zo gebruiken zij veelal een leerlingvolgsysteem waarin de vorderingen van de leerlingen digitaal gevolgd kunnen worden gedurende de schoolloopbaan. Ook hebben alle scholen een leerling administratiesysteem waarin de gegevens van de leerlingen worden bijgehouden. Scholen wisselen op een veilige digitale wijze leerling gegevens uit met de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van OCW. Deze gegevens worden door DUO centraal beheerd in het Basisregister Onderwijs. Deze gegevens worden gebruikt om de bekostiging van de scholen vast te stellen en voor beleidsinformatie.

Er bestaan kenniscentra die scholen in het primair onderwijs ondersteunen bij de toepassing van ICT.  Een voorbeeld hiervan is Kennisnet.