Studierichtingen
Sinds 2007 bestaat er een nieuw type hoger onderwijs: het Associate-degree programma. Sinds september 2013 is dit type onderwijs ook definitief wettelijk ingevoerd. Het Associate-degree programma is een tweejarige studie met een eigen wettelijke graad: de Associate degree (Ad). De Ad is ingevoerd op aandringen van diverse sectoren binnen de arbeidsmarkt. Het is een tweejarig programma binnen hbo-bacheloropleidingen, het opleidingsniveau van de Ad ligt tussen mbo niveau 4 en een hbo-bachelor en is sterk gericht op de arbeidsmarkt.
De studie wordt verzorgd door een hogeschool, en in sommige gevallen door een hogeschool en een mbo-instelling samen.
Kenmerken van Ad-programma’s zijn dat ze :
- deel uit maken van hbo-bacheloropleidingen;
- bestaan uit 120 ECTS ;
- opleiden tot een zelfstandige arbeidsmarktkwalificatie in de vorm van een wettelijke graad, de Associate degree (Ad), die is vastgelegd in artikel 7 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW);
- de student het recht geven, na het behalen ervan, direct of later bij de hogeschool zonder studievertraging zijn hbo-bachelor af te maken door de overige 120 ECTS te behalen. Studenten die een Ad-programma volgen hebben recht op studiefinanciering als ze voldoen aan de standaard studiefinancieringseisen.
Inmiddels tellen de Nederlandse hogescholen meer dan 150 Associate degree-opleidingen in sectoren zoals Economie, Groen, Techniek en Zorg. Meestal zowel in voltijd, duaal als deeltijd. Het gaat om opleidingen waar een aantoonbare vraag naar is vanuit de arbeidsmarkt. Op Studiekeuze 123 is te zien welke Associate degree-opleidingen er bestaan en waar deze gevolgd kunnen worden.
Toelatingseisen
De toelatingseisen voor een Associate degree zijn:
- een diploma op minimaal mbo-4 of havo-niveau.
Personen van 21 jaar en ouder kunnen daarvan in sommige gevallen vrijstelling krijgen.
Vanaf 2014 moeten ook studenten voor de Associate degree opleidingen zich voor 1 mei aanmelden bij Studielink voor de studie van hun keuze. Dan hebben ze recht op een studiekeuzecheck bij de opleiding. Aankomende studenten krijgen hierop studieadvies, zodat ze goed kunnen inschatten of de studie wel of niet zij ze past.
Curriculum
De overheid bepaalt het raamwerk voor het onderwijs, waarbinnen instellingen moeten opereren. Het bestuur van de instelling is uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitwerking van het onderwijs en het curriculum. In de onderwijs- en examenregeling (OER) van de instellingen worden de keuzes met betrekking tot het onderwijsprogramma en de examens vastgelegd.
Onderwijsmethodes
Hogescholen die Associate degree-opleidingen verzorgen zijn vrij in het kiezen van de onderwijsmethodes. Studenten kunnen op verschillende manieren les krijgen. Bijvoorbeeld in hoorcolleges of werkgroepen. De instellingen mogen zelf de inhoud en vorm van het gegeven onderwijs bepalen.
Progressie/voortgang van de student
Instellingen in het hoger onderwijs kennen een grote mate van autonomie. Zo mogen de instellingen zelf bepalen op welke manier ze de voortgang van studenten meten. Studenten die een Associate degree opleiding volgen krijgen aan het einde van het eerste studiejaar een bindend studieadvies (BSA). BSA is een beslissing van de universiteit of hogeschool over de voortgang van de opleiding van de student. Elke student krijgt een studieadvies aan het einde van het eerste studiejaar. Het advies kan negatief zijn. De student moet dan stoppen met de opleiding. Dit is het geval als de student niet genoeg studiepunten heeft behaald en als er geen bijzondere omstandigheden gelden.
Werkgelegenheid
Het Associate-degreeprogramma, is sterk gericht op de arbeidsmarkt. Alle Associate degrees leiden op voor specifieke beroepen, waaraan behoefte is in het bedrijfsleven. De kansen op de arbeidsmarkt zijn alleen niet helemaal precies in te schatten. Informeer daarom bij de hogescholen naar de mogelijkheden en kansen.
Studentenevaluatie
Instellingen mogen zelf beslissen op welke manier ze studenten evalueren. Een onderwijseenheid (meestal een module) wordt vaak afgesloten met een schriftelijk tentamen (summatieve evaluatie). Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student. De instelling bepaalt de inhoud en opzet van de tentamens. Bij de meeste Associate degrees zijn stages of projecten die de student bij een bedrijf uitvoert een onderdeel van de studie.
De individuele studieresultaten van studenten worden vaak in een studievoortgangsoverzicht weergegeven.
Diplomering
Studenten die afgestudeerd zijn in een Associate degree opleidingen krijgen de titel: ‘Associate Degree (Ad)’. Dit is gebasseerd op de Wet kwaliteit in verscheidenheid. Deze titel mag achter de naam van de afgestudeerde geplaatst worden. Na afronding van een Associate degree kan de afgestudeerde (eventueel) doorstromen naar de vervolgfase van de hbo-bachelor.
Organisatorische variatie
De meeste Associate degree opleidingen kunnen zowel voltijd, deeltijd als duaal zijn. Een aantal particuliere Associate degree opleidingen kunnen thuis gevolgd worden: ‘afstandsleren’. Dit kan bijvoorbeeld bij de Leidse onderwijsinstellingen (LOI).