Skip to main content
European Commission logo

Eurydice

EACEA National Policies Platform:Eurydice
Beoordeling en leerlingevaluatie in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO)

Netherlands

6.Voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs

6.9Beoordeling en leerlingevaluatie in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO)

Last update: 14 December 2023

Leerlingevaluatie en progressie

Over de beoordeling van de deelnemer tijdens de praktijkvorming worden afspraken gemaakt in de beroepspraktijkovereenkomst. Bij verschillende opleidingen in de beroeps opleidende leerweg bestaat de mogelijkheid om een deeltijdse variant te volgen. Leerlingevaluatie valt onder de verantwoordelijkheid van de scholen. Kwalificatiestandaarden kunnen als benchmarks dienen voor het bijhouden van de evaluatie van leerlingen.

Diplomering

Iedere opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is gericht op het behalen van een bepaalde kwalificatie en vanaf 1 augustus 2016 ook op het behalen van een of meer keuzedelen. (Keuzedelen leveren een verrijking bovenop de kwalificatie.) De  kwalificatie-eisen zijn  beschreven in een kwalificatiedossier.

  • In een kwalificatiedossier zijn per kwalificatie de kwalificatie-eisen en het kwalificatieniveau beschreven voor eenbeginnend beroepsbeoefenaar.

  • Met behulp van kerntaken, werkprocessen, competenties, vakkennis, houding, gedrag,  resultaat, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.

Alle mbo-opleidingen moeten in lijn met de  kwalificatiedossiers beroepsgericht onderwijs aanbieden:

  • Deze kwalificatiedossiers vormen samen de beroepsgerichte kwalificatiestructuur (BKS).

  • De stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het onderhoud van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur mbo (c.q. de ontwikkeling en onderhoud van de kwalificatiedossiers en keuzedeeldocumenten).

  • De minister van OCW stelt op voorstel van de SBB - kwalificatiedossiers en keuzedeeldocumenten - vast (mede namens het ministerie van EZ).

Examinering

Elke instelling is zelf verantwoordelijk voor de examinering van de instellingsexamens van de door de instelling aangeboden mbo- opleidingen. Door de instelling verantwoordelijk te maken voor zowel het onderwijs als de examinering kan die in de dagelijkse praktijk zorgen voor goede samenhang daartussen en kunnen de benodigde flexibiliteit en maatwerk worden geleverd. Elke instelling is binnen de gegeven wettelijke kaders vrij in de wijze waarop zij de examinering vormgeeft.

De examens in het mbo moeten daarbij wel voldoen aan door de overheid vastgestelde standaarden voor examenkwaliteit die de door de overheid vereiste basiskwaliteit aangeven. Het examen van een beroepsopleiding bestaat uit generieke examenonderdelen, specifieke examenonderdelen en examendelen met een keuzedeel. Het keuzedeel valt momenteel nog niet onder het geëxamineerde deel.

De generieke examenonderdelen betreffen de onderdelen:

  • Nederlandse taal

  • Loopbaan en burgerschap

  • Bij de middenkaderopleiding en de specialistenopleiding is ook Engels opgenomen.

Het examen bestaat voor ieder onderdeel van een beroepsopleiding uit een instellingsexamen of een centraal examen dan wel beide. De Onderwijsinspectie houdt toezicht op de examenkwaliteit (inhoud, niveau en de procedures.)

  • Tot de standaarden behoort onder andere de eis dat wát geëxamineerd wordt, dekkend is voor de eisen in de kwalificatiedossiers en de keuzedelen van de opleiding van de student.
  • De instelling moet zelf bewaken dat de examinering aan de vastgestelde kwaliteitsstandaarden voldoet. De instelling is daarmee verantwoordelijk voor de bewaking van de kwaliteit, het eventueel treffen van verbeteringen en de publieke verantwoording.

De Inspectie van het Onderwijs voert het (externe) toezicht op de examenkwaliteit uit. In geval van onvoldoende examenkwaliteit kan, -na een formele waarschuwing met verbeteringstermijn,- de instelling het recht op examinering voor de betreffende opleiding ontnomen worden door de Minister van OCW. In dat geval moet de instelling de examinering van die opleiding volledig uitbesteden bij een andere instelling die wel over dat recht beschikt.

  • Als de instelling de examinering voor een opleiding uitbesteedt draagt de instelling hiervoor, volgens de WEB, de volledige verantwoordelijkheid voor de gehele examinering van die opleiding over. De instelling kan overgaan tot uitbesteding als zij de vereiste kwaliteit van examinering niet kan waarborgen, of bijvoorbeeld om doelmatigheidsredenen bij kleine opleidingen. De instelling moet overgaan tot uitbesteding in geval het recht op examinering is ingetrokken.
  • Om de kwaliteit van examinering in het mbo te verbeteren hebben de mbo-scholen verenigd in de MBO Raad, en de Nederlandse Raad voor training en Opleiding (NRTO), met het ministerie van OCW de Examenagenda mbo 2015-2020 opgesteld. Hierin staan afspraken over:
  • De verbetering van exameninstrumenten

  • Verbetering van de examenprocessen en de borging van de examenkwaliteit door examencommissies

  • De verdere professionalisering van examenfunctionarissen.

Nieuwe ontwikkelingen

  • Met ingang van 1 augustus 2017 gelden aangescherpte eisen ten aanzien van de taken en de samenstelling van examencommissies mbo.

Bibliografie

Leerlingevaluatie: http://ecbo.nl/portfolio-items/vocational-education-and-training-the-netherlands-2/?portfolioCats=190 (feb. 2016)  49.

Diplomering: https://www.mboraad.nl/themas/examineren-en-diplomeren

Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2014/07/10/rapport-evaluatie-kwalificatiedossiers-mbo

Examinering:  : http://ecbo.nl/portfolio-items/vocational-education-and-training-the-netherlands-2/?portfolioCats=190 (blz. 24 en 49) en http://wetten.overheid.nl/BWBR0027963/2016-08-01#HoofdstukII_Paragraaf2_Artikel6