Skip to main content
European Commission logo

Eurydice

EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Mobiliteit in het basis- en (post-)secundair onderwijs

Belgium - Flemish Community

13.België-Vlaamse-gemeenschap:Mobiliteit en internationalisering

13.1België-Vlaamse-gemeenschap:Mobiliteit in het basis- en (post-)secundair onderwijs

Last update: 14 December 2023

Leerlingen- en studentenmobiliteit

EU-uitwisselingsprogramma's

EPOS (Europese Programma's voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking) zorgt als Nationaal Agentschap voor Vlaanderen voor het implementeren van het Europees Programma 'Een Leven Lang Leren'.

Uitwisselingen voor leerlingen en studenten zijn onder meer mogelijk in:

  • Leonardo da Vinci: stages voor jongeren in initiële beroepsopleiding, partnerschappen)
  • Comenius: individuele leerlingenmobiliteit, schoolpartnerschappen
  • Grundtvig: leerpartnerschappen

Buurklassen

Buurklassen financiert klasuitwisselingen tussen een Vlaamse school en een school uit een buurland van België. Scholen in het basis- en secundair onderwijs van alle niveaus en vormen (inclusief het buitengewoon onderwijs) kunnen deelnemen. Via Buurklassen kan een Vlaamse school een schooljaar lang samenwerken met een school uit één van de buurlanden van België (Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk). Scholen kunnen voor deze samenwerking een subsidie aanvragen bij Epos vzw. Klasuitwisselingenzijn het hoogtepunt van de samenwerking tijdens het project, maar dit zijn uiteraard niet de enige projectactiviteiten. Louter culturele bezoeken of toeristische uitstappen komen niet in aanmerking voor financiering; de klasuitwisselingen moeten een onderdeel zijn van een onderwijskundig project, dat samen met de partnerschool wordt uitgewerkt.



Meer informatie kan hier gevonden worden: https://www.epos-vlaanderen.be/nl/buurklassen-2020

Intercommunautaire uitwisseling voor toekomstige leerkrachten

Het kennen van verschillende talen is niet alleen een belangrijke troef op de arbeidsmarkt, maar slaat ook bruggen tussen de verschillende culturen en maakt het mogelijk elkaar beter te begrijpen en beter samen te werken en te leven. Elkaars taal (een beetje) kennen maakt contact mogelijk en leidt tot culturele openheid. Bovendien stimuleert het de mobiliteit binnen Europa, maar ook tussen de (taal)Gemeenschappen in België.

Op 27 mei 2009 ondertekenden de ministers, bevoegd voor het hoger onderwijs in de drie gemeenschappen, een akkoord waarin ze hun wil uitdrukten om de bestaande samenwerking op het vlak van onderwijs en vorming van leerkrachten te structureren en te versterken.

Om deze doelstelling te realiseren hebben ze het intercommunautaire uitwisselingsprogramma voor toekomstige leerkrachten opgestart. Via dat programma kunnen studenten van het tweede en derde jaar van hun bacheloropleiding onderwijsactiviteiten voor minimaal 5 studiepunten volgen in een partnerhogeschool van een andere gemeenschap.

Meer informatie kan hier gevonden worden: https://www.epos-vlaanderen.be/nl/intercommunautaire-uitwisseling

Uitwisselingen tussen Nederlands-, Frans- en Duitstalige scholen basis- en secundair onderwijs in België

De uitwisselingen tussen klassen uit minstens 2 van de 3 Belgische Gemeenschappen rond een gemeenschappelijk thema zijn gericht op leerlingen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs en worden gesubsidieerd door het Prins Filipfonds (dat beheerd wordt door de Koning Boudewijnstichting).

Twinning - Uitwisselingen tussen Vlaamse en Marokkaanse scholen

Twinningprojecten zijn een uitwisseling tussen Vlaamse en Marokkaanse scholen, op basis van vakoverschrijdend werken, waarbij de identiteit- en verdraagzaamheidontwikkeling centraal staan. Ze worden gesubsidieerd door het departement Onderwijs en Vorming.

Euroklassen (Europese klasuitwisseling)

Euroklassen biedt klasuitwisselingen van minimum 6 dagen en 6 nachten rond een gemeenschappelijk onderwijsproject met scholen uit de landen die deelnemen aan het programma 'Een Leven lang Leren' van de Europese Unie en staat open voor leerlingen vanaf het 4de jaar van het secundair onderwijs. (Zie Omzendbrief SO/2004/05).

Leerkrachtenmobiliteit

EU-uitwisselingsprogramma's

EPOS (Europese Programma's voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking) zorgt als Nationaal Agentschap voor Vlaanderen voor het implementeren van het Europees Programma 'Een Leven Lang Leren'.

Uitwisselingen voor leerkrachten zijn onder meer mogelijk in:

  • Leonardo da Vinci: stages voor opleiders, trainers en opleidingsverantwoordelijken; partnerschappen
  • Comenius: schoolpartnerschappen, nascholingen
  • Gruntdvig: nascholingen, leerpartnerschappen, bezoeken en uitwisselingen.

Buurlanden-programma voor het basisonderwijs

Dit programma biedt Vlaamse basisscholen (gewoon en buitengewoon onderwijs) de mogelijkheid in een gemeenschappelijk onderwijsproject samen te werken met één of meer basisscholen uit de onmiddellijke buurlanden van België: Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Dit programma heeft ook een luik voor leerlingen. [Zie 13.1.1 Leerlingenmobiliteit].

Uitwisselingen tussen de Belgische gemeenschappen in het kader van het Prins Filipfonds voor het basis- en secundair onderwijs

  • Dit programma staat open voor alle scholen basis- en secundair onderwijs.
  • Directies en/of leraren brengen dan enige tijd door in de partnerschool en leren de realiteit ‘op de werkvloer’ in een school van de andere gemeenschap ontdekken. Deze vorm van samenwerking moet wederkerig zijn.
  • Het kan bij een dergelijk project om de volgende facetten gaan: vernieuwende praktijken observeren die inspirerend kunnen zijn en in de eigen school kunnen worden geïmplementeerd, lesgeven in een school van een andere gemeenschap.
  • Een project kan ook leerlingen, leerkrachten en directies betrekken.

Uitwisseling van leerkrachten voor taallessen in het leerplichtonderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Op 27 mei 2009 hebben de ministers van Onderwijs van de drie gemeenschappen een akkoord gesloten waarin de samenwerking tussen de gemeenschappen op het vlak van talenonderwijs wordt vergemakkelijkt. Eén van de onderdelen van het akkoord betreft de Uitwisseling van leerkrachten voor taallessen in het leerplichtonderwijs. Het moedigt de uitwisseling één tegen één aan van leraren uit Nederlandstalige en Franstalige scholen in Brussel op niveau van het lager onderwijs (3e, 4e, 5e en 6e leerjaar) en op niveau van het secundair onderwijs (1e en 2e jaar). Het biedt hen de mogelijkheid om tijdelijk elkaars lesopdracht over te nemen. De gastleraren spreken hun eigen taal met de leerlingen, maar de taal van de school in hun contacten met de collega's. De lessen die door de gastleerkrachten worden gegeven, moeten volledig in het bestaande studieprogramma van de school passen. Projecten die in september worden goedgekeurd, moeten minstens 50 lesuren bestrijken, verspreid over het schooljaar, projecten die in januari worden goedgekeurd, omvatten 2 lesuren per week tot het einde van het schooljaar. [Zie Omzendbrief NO/2011/02]. Het is de bedoeling om de mogelijkheid tot uitwisseling van moedertaalsprekers meer te structureren en uit te breiden tot gans Vlaanderen. Om daarbij de statutaire rechten van de deelnemende leerkrachten te vrijwaren wordt met de andere gemeenschappen overleg gepleegd en is het initiatief genomen voor het creëren van een specifieke verlofregeling voor die uitwisseling.

Formaprim, Frans voor leerkrachten, directies en pedagogische begeleiders basisonderwijs

Dit nascholingsprogramma wordt georganiseerd door het departement Onderwijs en Vorming i.s.m. de culturele dienst van de Franse ambassade, de onderwijsinspectie, de onderwijskoepels, de Belgische Vereniging voor Leraren Frans, de Alliance Française Bruxelles-Europe en de Alliance Française van Oost-Vlaanderen. Het programma van de 3e Formaprim-overeenkomst (9/2010 - 8/2013) staat vooral in het teken van de nieuwe eindtermen Frans.

  • Een vormingsplan voor nascholers. Nascholers van vroegere FORMAPRIM-programma's, nieuwe collega's aanbevolen door de onderwijsnetten en hogeschooldocenten zullen zich gedurende 3 jaar inzetten en jaarlijks 4 nascholingssessies voor Vlaamse onderwijzers organiseren en begeleiding aanbieden over de nieuwe eindtermen en leerplannen. De nascholers krijgen zelf jaarlijks 4 vormingssessies over de nieuwe eindtermen Frans, het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor moderne vreemde talen: leren, onderwijzen, beoordelen (ERK), het ontwikkelen van een visie op vreemdetaalverwerving, communicatief en taakgericht taalonderwijs, vernieuwende werkvormen, de opbouw van een communicatieve lessenreeks, de gemeenschappelijke actieve woordenlijst Frans basisonderwijs en vormen van evalueren.
  • Een nascholingsplan voor onderwijzers in iedere Vlaamse provincie en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Jaarlijks worden 3 nascholingssessies en een opvolgsessie georganiseerd. In 2012-2013 zijn deze gericht op een andere wijze van evalueren.
  • Stages in Frankrijk voor onderwijzers via Europese beurzen.

Formacom, voor leerkrachten Frans in het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs

  • De leerkrachten volgen eerst een opleidingsseminarie in Frankrijk. Daarna worden opvolgdagen georganiseerd in Vlaanderen en starten de nascholers met workshops voor hun collega-leerkrachten Frans.
  • Het programma wordt georganiseerd door het departement Onderwijs en Vorming i.s.m. de Franse ambassade, de Vlaamse universiteiten en de Vlaamse onderwijskoepels, dit in het kader van het cultureel akkoord Vlaanderen-Frankrijk.
  • Het programma wordt gefinancierd door het departement Onderwijs en Vorming, de Franse overheid en Comeniusnascholingsbeurzen. De scholen(gemeenschappen) van de deelnemers betalen een bescheiden bijdrage ter financiering van de opvolgdagen in Vlaanderen.

Nascholingscursussen Duits

In samenwerking met de Duitse autoriteiten zijn er in principe jaarlijks uitwisselings- en nascholingsactiviteiten: een nascholingscursus voor Vlaamse leerkrachten Duits in Duitsland en een nascholingscursus voor Duitse leerkrachten Frans in Vlaanderen.

Nascholingscursussen Engels

Voor leerkrachten Engels is er jaarlijks een nascholingscursus in Groot-Brittannië gefinancierd door het departement Onderwijs en Vorming. De cursisten logeren bij een Britse familie.

Workshops rond de thema's van de Raad van Europa

Via het Pestalozzi-programma van de Raad van Europa kunnen leerkrachten workshops volgen in het buitenland rond topics waar de Raad van Europa mee bezig is.