2025
Lerarenberoep
Vlaanderen blijft een breed scala aan maatregelen implementeren om het lerarentekort aan te pakken, met de nadruk op het behouden van huidige leraren en het aantrekken van nieuwe door hun sociale status te versterken en de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Om een breed draagvlak te garanderen onder alle betrokken partijen, worden momenteel gesprekken gevoerd met onderwijsverstrekkers en vakbonden. Deze gesprekken zijn erop gericht om effectieve manieren te vinden om bekwame leraren en schoolleiders te behouden en aan te trekken.
Er wordt gewerkt aan de arbeidsvoorwaarden voor het masterprogramma in het lager onderwijs. Startende leerkrachten zullen in hun eerste jaar 80% van hun werktijd aan lesgeven besteden en 20% aan inductieondersteuning. Het programma voor de lerarenopleiding (ILO) zal worden herzien: leerkrachten moeten goed onderlegd zijn in de leerstof als de kwaliteit van het Vlaams onderwijs verbeterd moet worden. Tijdens de huidige legislatuur komt deze focus centraal te staan. Zo wordt onder meer het curriculum van de lerarenopleidingen versterkt en geactualiseerd, en worden duurzame samenwerkingen tussen lerarenopleidingen en basis- en secundaire scholen bevorderd. Daarnaast komen er aanvullende, opleidingsspecifieke kwaliteitscontroles, specifiek voor de lerarenopleidingen. Verdere maatregelen bouwen voort op initiatieven uit de vorige legislatuur. Zij-instromers kunnen tot 15 jaar anciënniteit laten erkennen na 2025. Ook de lerarenbonus om lesgeven te combineren met een lerarenopleiding blijft behouden. Deze maatregelen moeten het beroep aantrekkelijker maken en het lerarentekort verminderen.
Minimumdoelen
Vlaanderen werkt in het basisonderwijs verder aan ambitieuze en kennisrijke minimumdoelen, met een focus op Nederlands en wiskunde, maar ook op STEM en persoonsvormende en socialiserende vaardigheden.
De minimumdoelen voor Nederlands worden opgesteld om op individueel niveau te bereiken. De aandacht voor Nederlands begint al in het kleuteronderwijs. Om een kennisrijk curriculum te realiseren, formuleert Vlaanderen te bereiken minimumdoelen voor woordenschat en luistervaardigheden, terwijl er na te streven minimumdoelen komen voor spreekvaardigheden en beginnende lees- en schrijfvaardigheden. De minimumdoelen Nederlands zijn daarbij in het lager onderwijs niet alleen te bereiken op populatieniveau, maar ook op individueel niveau. In het lager onderwijs leggen we vast dat minimaal de helft van de onderwijstijd naar wiskunde en Nederlands moet gaan. Voor leerlingen die aan het einde van het basisonderwijs de minimumdoelen voor Nederlands niet halen maar toch overgaan, plant Vlaanderen een verplichting in om wekelijks drie extra lesuren Nederlands te volgen in het secundair onderwijs.
Masterplan Nederlands
In de Beleidsnota 2024-2029 legt de Vlaamse Regering sterk de nadruk op taalvaardigheid in het Nederlands, de onderwijstaal in Vlaanderen. Het beleid wordt uitgevoerd via professionaliseringsinitiatieven voor kleuter- en lagere schoolleerkrachten, door het aanbod van wetenschappelijk onderbouwde didactische materialen uit te breiden en door de invoering van een nieuw kennisrijk curriculum te ondersteunen. Er komen belangrijke ondersteuningsmechanismen voor leerlingen die een sterkere basis in het Nederlands nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze een andere moedertaal hebben. Alle leerlingen hebben recht op een stevige taalbasis om hun verdere leertraject te garanderen.
Dit betekent dat de aanvankelijke focus op het Leesactieplan (dat in 2022 van start ging) zal worden voortgezet, maar ook deel zal uitmaken van een groter Masterplan Nederlands, dat zich zal richten op (en integreren van) de vier taalvaardigheden. Het vorige Taalactieplan (2019-2024) zal het Masterplan Nederlands (2024-2029) voeden via eerder onderzoek (bijvoorbeeld over professionaliseringsinitiatieven voor leerkrachten in het basisonderwijs), een verscheidenheid aan op bewijs gebaseerde didactische ondersteuningsmaterialen, en zal op deze manier indirect bijdragen aan de implementatie van een nieuw kennisrijk curriculum.
Het Departement Onderwijs zal samenwerken met partners zoals de Nederlandse Taalunie en de lerarenopleidingen om het concept van geïntegreerde taalcompetenties verder te ontwikkelen en toegankelijk te maken. De focus op Nederlands is niet beperkt tot het vak Nederlands zelf, maar wordt verwacht in het volledige curriculum, in alle vakken. Alle leerkrachten worden geacht deze taalondersteuning mee te dragen.
2024
De maatregelen die in 2023 zijn ingevoerd, zijn in 2024 verder uitgerold. Alle updates en aanpassingen zijn te vinden in de tekst van 2023. Daarnaast worden nieuwe initiatieven die eind 2024 zijn gestart, behandeld onder de kop 2025.
Voor de meest actuele informatie verwijzen we je naar de relevante secties.
2023
Lerarenberoep
De Vlaamse Regering heeft in december 2021 een conceptnota over de herwaardering van het beroep van leraar aangenomen, met een reeks maatregelen om het beroep op korte en middellange termijn aantrekkelijker te maken en het lerarentekort aan te pakken. De in deze conceptnota opgenomen maatregelen zijn erop gericht zowel leerkrachten voor ons onderwijsstelsel aan te trekken - zowel nieuwe aanwervingen als degenen die later in het beroep stappen - als ervoor te zorgen dat degenen die reeds in het onderwijs werkzaam zijn, behouden blijven.
Een eerste reeks kortetermijnmaatregelen is in het schooljaar 2021-2022 in werking getreden. Maatregelen op middellange termijn - fase 2 van de conceptnota over herwaardering - zijn gepland voor het schooljaar 2023-2024. Ten eerste is in Vlaanderen een financiële drempel weggehaald voor zijinstromers die naar het onderwijs willen. Voorgaande privé-ervaring kan gevalideerd worden en daarmee kan er tot 10 jaar geldelijke anciënniteit gekregen worden, zodat zij niet meer aan een startersloon moeten beginnen. Ten tweede kunnen scholen in het basis- en secundair onderwijs vanaf dit schooljaar bij een vastgesteld lerarentekort tot 20% van hun lesomkadering omzetten om daarmee andere profielen aan te stellen die vervolgens de leraren in de klas kunnen ondersteunen. Ten derde is de lerarenbonus ingevoerd waardoor een personeelslid uit het basis- en secundair onderwijs dat nog niet in het bezit is van een pedagogisch bekwaamheidsbewijs en naast zijn onderwijsopdracht een lerarenopleiding volgt, recht heeft op een wekelijkse vermindering van zijn opdracht. Het personeelslid behoudt zijn salaris voor de oorspronkelijke opdracht en krijgt door de vermindering van de lesopdracht ruimte voor die lerarenopleiding. Als laatste loopt sinds maart de communicatiecampagne ‘lesgeven is alles geven’ over meerdere jaren en wordt het door alle stakeholders gedragen. Het zet in op maatschappelijke herwaardering van de leraar en heeft tot doel om zowel nieuwe studenten naar de lerarenopleiding aan te trekken als zijinstromers naar het onderwijs toe te leiden. De eerste resultaten van deze campagne zijn op basis van de cijfers in de lerarenopleiding bemoedigend. Zo maakten vorig schooljaar 4.500 mensen de overstap van de particuliere sector naar het onderwijs: een stijging van +50%.
Om nog meer mensen te overtuigen voor een baan in het onderwijs te kiezen, heeft de minister van Onderwijs een onderwijsambassadeur aangesteld. De onderwijsambassadeur zal maximaal veldwerk doen met schoolbezoeken en inspirerende verhalen vertellen die anderen kunnen motiveren om dit beroep met grote maatschappelijke waarde te kiezen. Zo zullen zij 6e-jaars enthousiasmeren voor de lerarenopleiding en de lerarenbonus promoten bij laatstejaars bachelors en masters.
Commissie van Wijzen
De minister van Onderwijs heeft een commissie van deskundigen (Commissie van Wijzen) ingesteld om maatregelen voor de lange termijn vast te stellen en uit te werken.
Uitgaande van een analyse van de uitgangssituatie zal de commissie van deskundigen een blauwdruk maken voor een modern personeels-, personeels-, professionaliserings- en schoolorganisatiebeleid binnen het onderwijs, inclusief de mogelijkheden op het gebied van digitalisering en duaal leren. Vanuit een omgevingsanalyse zal deze commissie komen tot een blauwdruk voor een modern personeels-, HR- en schoolorganisatiebeleid binnen het onderwijs, waaronder het aantrekken en behouden van talenten en het stimuleren van samenwerking en en differentiatie tussen leraren en binnen teams.
Lerarenbonus
Personeelsleden in het lager en middelbaar onderwijs die nog geen pedagogisch getuigschrift hebben en een lerarenopleiding volgen om een pedagogisch getuigschrift te behalen, hebben met behoud van salaris recht op een lerarenbonus in de vorm van een wekelijkse vermindering van hun opdracht met maximaal 3 uur. De instelling waar het personeelslid de lerarentoeslag opneemt, heeft recht op vervanging volgens de normale vervangingsregels.
Naar een decreet leersteun voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
Het decreet leersteun werd op 3 mei 2023 goedgekeurd in het Vlaams Parlement en op 5 mei bekrachtigd door de Vlaamse regering. In het decreet leersteun wordt o.a. het leersteunmodel uitgewerkt, een nieuw model voor ondersteuning van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs.
Het decreet leersteun en het leersteunmodel gaan van start vanaf 1 september 2023. De huidige werkwijze van het ondersteuningsmodel blijft tot het einde van schooljaar 2022-2023 van kracht.
Doelstellingen decreet leersteun
Het is de ambitie van de Vlaamse Regering om ervoor te zorgen dat alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen met een maximale leerwinst. Het decreet wil de onderwijskwaliteit verhogen, maar ook werkbaarheid voor scholen en leerkrachten waarborgen.
Het decreet omvat maatregelen op drie domeinen:
- Maatregelen voor het gewoon onderwijs, met focus op een sterke brede basiszorg en verhoogde zorg in de scholen.
- De uitbouw van een duurzaam leersteunmodel voor kwaliteitsvolle leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs.
- Maatregelen voor buitengewoon onderwijs met focus op kwaliteit en meer afstemming tussen gewoon en buitengewoon onderwijs.
Oprichting van leersteuncentra
De Vlaamse regering sloot met de onderwijsverstrekkers een protocol af voor de oprichting van de leersteuncentra. Elke onderwijsverstrekker heeft daarin bepaald welke leersteuncentra worden opgericht.
Alle leersteuncentra ontvingen op basis van hun samenstelling en de omkaderingsmechanismen die bepaald zijn in het decreet een overzicht van te verwachten omkadering voor schooljaar 2023-2024. Op basis daarvan kunnen ze de leerondersteuners aanstellen die vanaf volgend schooljaar in de leersteuncentra aan de slag gaan.
Overgang van ondersteuningsmodel naar leersteunmodel voor personeel
Voor ondersteuners die de overstap maken naar het nieuwe leersteunmodel zullen er een aantal zaken veranderen. Zo zullen zij aangesteld worden in een nieuw ambt: het wervingsambt van leerondersteuner of het selectieambt van coördinator. Beide ambten zullen behoren tot de nieuwe personeelscategorie van het leerondersteunend personeel en in beide ambten wordt vaste benoeming mogelijk.
Er komt een voorrangsprocedure voor wie was aangesteld als ondersteuner of voor wie diensten heeft gepresteerd in de voorlopers ervan.
Ondersteuners die een aanstelling krijgen in een leersteuncentrum kunnen genieten van overgangsmaatregelen.
Eindtermen tweede en derde graad vanaf 1 september 2023
Sinds september 2019 worden nieuwe onderwijsdoelen ingevoerd in het secundair onderwijs. Dat verloopt parallel aan de invoering van de modernisering van het secundair onderwijs. Onderwijsdoelen is een overkoepelend begrip waarmee wordt verwezen naar basiscompetenties, eindtermen, eindtermen basisgeletterdheid, ontwikkelingsdoelen, cesuurdoelen, specifieke eindtermen en uitbreidingsdoelen die gelden in het basisonderwijs, secundair onderwijs (ook duaal leren, leren en werken), deeltijds kunstonderwijs, volwassenenonderwijs en hoger onderwijs. Eindtermen zijn minimumdoelen. Ze zijn haalbaar geformuleerd en verduidelijken wat minimaal van onderwijs verwacht wordt. In de nieuwe eindtermen zijn enkele nieuwe inhouden opgenomen zoals financieel-economische competenties en STEM-integratie. Scholen worden aangemoedigd om waar mogelijk met leerlingen ruim boven dit minimum te gaan.
In het schooljaar 2019-2020 gingen scholen in het 1ste leerjaar van de 1ste graad aan de slag met de nieuwe onderwijsdoelen, sinds schooljaar 2020-2021 zijn ze ook van toepassing in het 2de leerjaar van de 1ste graad.
Het Vlaams Parlement keurde op 10 februari 2021 de nieuwe onderwijsdoelen voor de 2de en 3de graad secundair onderwijs goed. De nieuwe onderwijsdoelen voor de 2de graad gaan in vanaf september 2021 en worden – net zoals in de 1ste graad – leerjaar per leerjaar ingevoerd.
De Vlaamse Regering heeft aandacht voor een kwaliteitsvolle implementatie van de nieuwe onderwijsdoelen en onderneemt hiervoor het volgende:
- De oprichting van een onafhankelijke praktijkcommissie. De praktijkcommissie bewaakt de praktische implementatie van de nieuwe onderwijsdoelen van de 2de en 3de graad secundair onderwijs en de haalbaarheid ervan. De praktijkcommissie zal na 1 schooljaar aanbevelingen voor eventuele bijsturingen formuleren voor de eindtermen voor de 2de en 3de graad secundair onderwijs en voor de specifieke eindtermen.
- Een gedoogperiode van 2 jaar voor scholen. Als de nieuwe onderwijsdoelen niet of onvoldoende bereikt of nagestreefd worden, kan dat niet leiden tot een ongunstig advies van de onderwijsinspectie bij de doorlichting.
Voor de nieuwe onderwijsdoelen geldt:
- Alle eindtermen zijn te bereiken.
- De eindtermen basisgeletterdheid moeten door elke individuele leerling bereikt worden op het einde van de 1ste graad, zowel in de A-stroom als in de B-stroom.
- Eindtermen die een attitude aangeven, zijn door de school bij de leerlingen na te streven. De school moet kunnen aantonen dat ze inspanningen levert om de leerlingen die eindtermen te laten bereiken.
- Voor Nederlands zijn in de 1ste graad uitbreidingsdoelen bepaald. Dat zijn extra doelen met een groter abstractieniveau of met een hogere moeilijkheidsgraad die door een bepaalde leerlingenpopulatie kunnen worden bereikt.
- De eindtermen zijn niet langer per vak opgesteld. Het verschil tussen vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen is niet meer van toepassing.
Wanneer de herwerkte specifieke eindtermen goedgekeurd zijn door het Vlaams Parlement, zorgen de onderwijsverstrekkers voor leerplannen. Daarin moeten de eindtermen letterlijk opgenomen zijn. Leerplannen moeten in omvang beperkt zijn. Zo behouden scholen, leraren(teams) en leerlingen voldoende ruimte en autonomie om op basis van hun eigen expertise en passies aan de slag te gaan met de leerstof.
Leerpunt
Om leraren(teams) te versterken om onderwijskwaliteit te realiseren en om leervertraging te remediëren, hecht de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de opstart en kernwerking van de private stichting Leerpunt. Het Leerpunt zal onder meer een onafhankelijke, toegankelijke en wetenschappelijk onderbouwde kennisbasis over wat werkt op het vlak van didactisch handelen ontwikkelen, rekening houdend met diverse contexten en leermiddelen; en zal deze kennisbasis doorvertalen naar de Vlaamse klas- en schoolpraktijk om leraren te ondersteunen in hun dagelijkse klaspraktijk.
In uitvoering van het relanceplan Vlaamse Veerkracht beslist de Vlaamse Regering om extra te investeren in de versterking van de brede basiszorg en verhoogde zorg in scholen voor gewoon basis- en secundair onderwijs door het toekennen van een subsidie van 6 miljoen euro aan de private stichting Leerpunt. Het reduceren van de leerachterstanden van alle lerenden, in het bijzonder van leerlingen in kwetsbare posities is hierbij een belangrijk speerpunt. Leerpunt moet leraren(teams) versterken in hun didactisch handelen in de klas met het oog op het reduceren van de leerachterstanden.
Digisprong
Met de Digisprong wordt een inhaalbeweging gemaakt op vlak van digitalisering van leren en lesgeven in het leerplichtonderwijs. Het is de ambitie van de minister om de digitale competenties van alle lerenden, van lagereschoolkind tot volwassene, te versterken. Vanuit een sterk Vlaams e-inclusiebeleid, wordt er ook bijzondere aandacht geschonken aan kwetsbare doelgroepen. De maatregelen en acties om afstandsonderwijs te faciliteren, worden gekaderd binnen het relanceplan en het streven naar digitale inclusie.
Er wordt ingezet op 5 fronten voor een versneld digitaliseringsbeleid:
- Een digitaal vriendelijke overheid;
- ICT-infrastructuur;
- ICT-visie en schoolbeleid;
- Digitale leermiddelen;
- ICT-vaardigheden.
Een sterke ICT-infrastructuur en ontwikkeling van een ICT-visie en -beleid van scholen gelden als basisvoorwaarde om te komen tot een digitale versnelling en ontwikkeling van een ICT-visie en -beleid van scholen. Om de ICT-vaardigheden bij leraren en in schoolteams in het leerplicht- en volwassenenonderwijs verder te ontwikkelen, worden bestaande initiatieven versterkt, onder andere via extra gekleurde nascholingsmiddelen en via de financiering van zgn. IT-bootcamps voor leerkrachten en ICT-coördinatoren. We voorzien ook een tool, Digisnap, waarmee leraren hun digitale vaardigheden kunnen inschalen. Deze tool wordt ook gekoppeld aan een nieuwe vormingsdatabank.
De digitale transformatie van het Vlaamse onderwijs is een complex proces. Om de vele diverse acties en projecten in het onderwijsveld vanuit eenzelfde kader te coördineren en te ondersteunen, werd ook een kennis-en adviescentrum opgericht.
Er wordt ook ingezet op de versterking van de rol van ICT-coördinatoren en de transformatie naar ICT-teams in scholen. Er wordt verder nog voorzien in een duurzaamheidsstrategie waarbij scholen verouderde ICT-infrastructuur kunnen laten refurbishen of ontmantelen. Andere elementen die nog in de pijplijn zitten, zijn een visie-traject rond Artificiële Intelligentie in onderwijs en een ondersteuningsprogramma voor cybersecurity.