Skip to main content
European Commission logo

Eurydice

EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Onderwijzen en leren in het secundair onderwijs
Belgium - Flemish Community

Belgium - Flemish Community

6.België-Vlaamse-gemeenschap: Organisatie Secundair Onderwijs

6.2België-Vlaamse-gemeenschap:Onderwijzen en leren in het secundair onderwijs

Last update: 11 April 2025

Curriculum, vakken, aantal uren

Onderwijsdoelen en vakken

In het curriculum van het secundair onderwijs is er ruimte voor drie soorten doelen:  

  1. Door de overheid vastgelegde minimumdoelen 

  2. Door de onderwijsverstrekkers gezamenlijk vastgelegde onderwijsdoelen 

  3. Doelen bepaald door de onderwijsverstrekker  

Door de overheid vastgelegde doelen 

De door de overheid vastgelegde minimumdoelen bestaan uit doelen uit:  

  1. De basisvorming: omvat het geheel van de minimumdoelen die voor een structuuronderdeel toepasbaar zijn, aangevuld met het levensbeschouwelijk onderricht. 

  2. De specifieke minimumdoelen: specifieke minimumdoelen zijn doelen met betrekking tot de vaardigheden, de specifieke kennis, inzichten en attitudes waarover een leerling van het voltijds secundair onderwijs beschikt om vervolgonderwijs aan te vatten. Specifieke eindtermen worden verworven door middel van het specifieke gedeelte van een studierichting, d.i. het gedeelte dat niet behoort tot de basisvorming of tot het complementaire gedeelte. Ze worden ontwikkeld uit de kenmerkende onderdelen van een bepaald wetenschapsdomein. 

De minimumdoelen (uitgezonderd voor het levensbeschouwelijk onderricht) worden noodzakelijk en bereikbaar geacht voor een bepaalde leerlingenpopulatie. Met minimumdoelen wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, bestemd voor die leerlingenpopulatie. Elke school heeft de maatschappelijke opdracht om de minimumdoelen met betrekking tot kennis, inzicht, vaardigheden en bepaalde attitudes bij de leerlingen te bereiken. Deze doelen moeten op populatieniveau worden bereikt. 

Door de onderwijsverstrekkers gezamenlijk vastgelegde onderwijsdoelen 

In de dubbele finaliteit en in de arbeidsmarktfinaliteit gelden er doelen die leiden tot een of meer erkende beroepskwalificaties. Ze worden verworven door middel van het specifieke gedeelte van een studierichting, d.i. het gedeelte dat niet behoort tot de basisvorming of tot het complementaire gedeelte. De overheid bepaalt welke beroepskwalificaties en/of deelkwalificaties aan studierichtingen worden gekoppeld. 

De differentiële doelen kunnen een uitbreiding of verdieping van al voorkomende doelen inhouden. Differentiële doelen kunnen met andere woorden zeer verscheiden zijn, bijvoorbeeld uitbreidingsdoelen van de basisvorming, doelen die de samenhang tussen finaliteiten bewaken met het oog op horizontale leerlingenmobiliteit, doelen die studierichtingsspecifiek zijn, etc.  

Curriculumdossier 

Het geheel van deze doelen wordt opgenomen in het curriculumdossier. Een curriculumdossier beschrijft op samenhangende wijze en vanuit onderwijskundig perspectief het geheel van de vorming van een structuuronderdeel (met uitzondering van het levensbeschouwelijk onderricht) en brengt alle doelen die van toepassing zijn op dat structuuronderdeel samen. Het Gemeenschapsonderwijs en de verenigingen van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs stellen gezamenlijk een curriculumdossier samen met het oog op goedkeuring door de Vlaamse Regering. Het feit dat er per stroom in de eerste graad en per structuuronderdeel in de tweede respectievelijk derde graad slechts één curriculumdossier zal zijn over alle scholen en onderwijsnetten heen, zal schoolverandering binnen dezelfde opleiding voor een leerling vergemakkelijken omdat de set van onderwijsdoelen gelijk blijft. 

Doelen bepaald door de onderwijsverstrekker 

Naast de door de overheid opgelegde doelen, kunnen onderwijsverstrekkers ook nog bijkomende doelen in het curriculum opnemen. In aansluiting op curriculumdossiers worden namelijk door het schoolbestuur in omvang beperkte leerplannen ontwikkeld die voldoende ruimte laten voor de inbreng van scholen, leraren, lerarenteams of leerlingen. Ook de leerplannen hebben een goedkeuring nodig van de Vlaamse Regering, met uitzondering van de leerplannen levensbeschouwelijk onderricht.  

Vakken  

Het wordt aan de onderwijsinrichters overgelaten om de vakken of vakkenclusters (= een groep van twee of meer vakken) te bepalen waarin de basisvorming zal worden verstrekt. Dit sluit aan bij het gegeven dat de minimumdoelen worden geformuleerd in functie van sleutelcompetenties en niet meer in functie van vakken.  

Wekelijkse lessentabellen in het secundair onderwijs

In het Vlaamse secundair onderwijs hebben onderwijsverstrekkers de autonomie om wekelijkse lessentabellen op te stellen, mits naleving van enkele essentiële voorwaarden:

  • Elke lessentabel omvat minimaal 28 lesuren per week.
  • De lesuren worden verdeeld over:
    1. de basisvorming: de gemeenschappelijke vorming, inclusief levensbeschouwelijke vakken
    2. de basisoptie(s) of studierichting: gericht op oriëntering en verdieping
    3. het differentiatiegedeelte: voor remediëring of verdieping

Eerste graad: verdeling van lesuren

Leerjaar Basisvorming Basisoptie(s) Differentiatie
1e jaar A minstens 27 uur minstens 5 uur
1e jaar B minstens 27 uur minstens 5 uur
2e jaar A minstens 25 uur 5 uur minstens 2 uur
2e jaar B minstens 20 uur 10 uur minstens 2 uur

Basisvorming en leerplannen

De basisvorming omvat eindtermen die gericht zijn op sleutelcompetenties, zoals taalvaardigheid, wiskundig inzicht en digitale geletterdheid. Onderwijsverstrekkers bepalen zelf in welke vakken of vakclusters deze doelen worden gerealiseerd. De leerplannen, opgesteld door onderwijskoepels zoals GO!, Katholiek Onderwijs Vlaanderen en OVSG, concretiseren deze eindtermen en bieden scholen een kader voor hun onderwijsaanbod.
(vlaanderen.be: https://www.vlaanderen.be/onderwijs-en-vorming/leerstof/leerplannen)

Basisopties en pakketten in het 2e jaar

In het tweede jaar kiezen leerlingen basisopties die hen oriënteren naar de tweede graad. In 2A kiest een leerling maximaal één basisoptie of pakket; in 2B kunnen dat er tot drie zijn. Enkele voorbeelden:

2e jaar A: economie en organisatie, klassieke talen (Latijn, Grieks-Latijn), maatschappij en welzijn, STEM, sport, kunst en creatie
2e jaar B: haar- en schoonheidsverzorging, zorg, mode, hout en bouw, mechanica, voeding en horeca, sport, kunst en creatie

De voorstroomoptie in 2B bereidt leerlingen voor op doorstroom- of dubbele finaliteit in de tweede graad.

Curriculumdossiers en leerplannen

Curriculumdossiers beschrijven de samenhangende vorming per graad en stroom (A of B). Ze bevatten de eindtermen, basisgeletterdheidsdoelen en uitbreidingsdoelen voor Nederlands. Deze dossiers worden gezamenlijk opgesteld door de onderwijsnetten en goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Op basis hiervan ontwikkelen onderwijskoepels leerplannen die scholen gebruiken om hun onderwijs vorm te geven. De onderwijsinspectie evalueert de realisatie van deze doelen tijdens schooldoorlichtingen.

Leerplannen en onderwijsdoelen

Leerplannen zijn essentiële instrumenten die de eindtermen vertalen naar concrete onderwijspraktijken. Ze worden ontwikkeld door onderwijskoepels en goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Scholen kiezen leerplannen die aansluiten bij hun pedagogisch project en visie. De onderwijsinspectie gebruikt deze leerplannen als referentie bij kwaliteitscontroles.
(onderwijs.vlaanderen.be: https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/onderwijspersoneel/van-basis-tot-volwassenenonderwijs/lespraktijk/onderwijsdoelen-en-leerplannen/leerplannen)

Voor meer informatie en toegang tot specifieke leerplannen per onderwijsnet:

Onderwijsmethoden en didactisch materiaal

De schoolbesturen kiezen vrij hun onderwijsmethoden en -hulpmiddelen. Onder het begrip onderwijsmethoden vallen tal van items, zoals:

  • huistaken
  • extramurosactiviteiten (schooluitstappen)
  • didactische werkvormen
  • lesmateriaal
  • flexibiliseringsmaatregelen

Wat het lesmateriaal betreft zijn scholen wel gebonden aan de maximumfactuur.