Dit hoofdstuk biedt een thematisch en chronologisch overzicht van de nationale hervormingen en beleidsontwikkelingen sinds 2023.
De inleiding op het hoofdstuk omschrijft de algemene nationale onderwijsstrategie en de hoofddoelstellingen over het volledige onderwijssysteem heen. Het bekijkt ook hoe het hervormingsproces binnen onderwijs wordt georganiseerd en wie de voornaamste actoren zijn in het besluitvormingsproces.
Het onderdeel rond de lopende hervormingen en beleidsontwikkelingen groepeert de hervormingen in de volgende brede thematische gebieden die grotendeels overeen komen met de onderwijsniveaus: Kinderopvang en kleuteronderwijs; Leerplichtonderwijs; Beroepsonderwijs en volwassenenonderwijs; Hoger onderwijs; en Hervormingen met betrekking tot transversale vaardigheden en inzetbaarheid. Binnen elk domein worden de hervormingen chronologisch opgenomen. De meest recente hervormingen komen als eerste aan bod.
Om af te sluiten biedt het deel over het Europese perspectief linken naar Europese strategieën waarin onderwijs en vorming een vooraanstaande plaats innemen.
Nationale onderwijsstrategie en hoofddoelstellingen
In 2024 trad een nieuwe Vlaamse Regering aan voor een termijn van vijf jaar (2024-2029). Zuhal Demir werd aangesteld als Vlaams Minister van Onderwijs. De speerpunten van het nieuwe beleid worden uit de doeken gedaan in het Regeerakkoord 2024 - 2029. Wat betreft onderwijs, staan de volgende zaken prioritair op de agenda:
- Kennis van de instructietaal (Nederlands)
- Sterke leraren in de klas
- Scholen versterken
- Focus op kwaliteit en excellentie
- Zorg, inclusie en maatwerk
- Samen school maken
- Schoolinfrastructuur
Overzicht van het proces en de aanvoerders van onderwijshervorming
Binnen de Vlaamse Regering is de minister van Onderwijs verantwoordelijk voor bijna alle aspecten van het onderwijsbeleid van het kleuter- tot en met het universitair onderwijs. Enkel de pensioenen van het onderwijspersoneel, het vastleggen van de leerplicht en het bepalen van de minimumvoorwaarden voor het behalen van een diploma behoren tot de federale Belgische materie.
Hervormingen binnen het beleidsdomein onderwijs worden opgestart door de Vlaamse Regering, die voorlopige voorstellen opstelt die worden geagendeerd in het Vlaamse Parlement. Het parlement neemt een beslissing na verplichte consulatie van de Vlaamse Onderwijsraad, die een advies formuleert.
Het Vlaamse beleidsdomein van onderwijs en vorming bestaat uit de volgende entiteiten:
- De Vlaamse minister van Onderwijs, die overleg pleegt met de leidende ambtenaren in de Beleidsraad strategisch overleg.
- De Vlaamse onderwijsadministratie die bestaat uit vier autonome organisaties:
- het Vlaams Ministerie van onderwijs en vorming, dat is opgebouwd uit de volgende drie entiteiten:
- Het Departement Onderwijs en Vorming, dat onder leiding van de secretaris-generaal zorgt voor de beleidsondersteuning;
- Twee interne verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid, die elk o.l.v. een administrateur-generaal zorgen voor de beleidsuitvoering: AgODi (Agentschap voor Onderwijsdiensten) en AHOVOKS (Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen).
- AGIOn, het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, dat de aankoop, de bouw en de verbouwing van schoolgebouwen voor het leerplichtonderwijs en de hogescholen subsidieert.
- het Vlaams Ministerie van onderwijs en vorming, dat is opgebouwd uit de volgende drie entiteiten:
- De VLOR, de Vlaamse Onderwijsraad, die fungeert als strategische adviesraad. Alle voorontwerpen van decreet dienen een formeel advies te krijgen van de VLOR. Ze worden doorgaans ook voorgelegd aan de Raad van State (voor juridisch advies) en de SERV, Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).
De agentschappen worden aangestuurd door de minister via een beheersovereenkomst.
De onderwijsinspectiedienst [zie 11.1.1.1] is een autonome dienst binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming.
Onderwijs en Vorming werkt samen met verschillende andere Vlaamse beleidsdomeinen , vooral Werk en Sociale Economie (WSE) en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG).
Voor meer informatie over onderwijsbestuur in Vlaanderen, zie 2.6.2.