In 1993 kreeg Vlaanderen de bevoegdheid om zelf internationale verdragen te sluiten op alle domeinen die tot de Vlaamse bevoegdheid behoren. Deze verdragen maakten het mogelijk werkprogramma's uit te werken die breder zijn dan de domeinen onderwijs en cultuur, verschillende financieringsvormen toelaten en openstaan voor projectmatige samenwerking.

Van bij de opstart participeerde Vlaanderen heel actief aan de Europese programma's (zoals Comenius, Eramus, Leonardo Da Vinci, Grundtvig). Bij de multilaterale samenwerking (Unesco, Raad van Europa en OESO) kiest Vlaanderen vooral voor projecten die aansluiten bij het Vlaamse onderwijsbeleid of waaraan van Vlaamse zijde een structurele bijdrage kan worden geleverd.

In de Beleidsnota Onderwijs 2009-2014 en de beleidsbrieven van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming staan o.m. volgende operationele doelstellingen.

• Om de Bologna-doelstelling van 20% afgestudeerden met buitenlandse studie-ervaring te realiseren, is het aangewezen dat op het einde van het academiejaar 2015-2016 15% van de afgestudeerden in een initiële bachelor- of masteropleiding een buitenlandse leerervaring van minstens drie maanden bezit. Tevens zal de mobiliteit van professoren en onderzoekers bevorderd worden en de taalregeling in het hoger onderwijs herzien. (OD 2.9) [Zie verder bij 13.2 Mobiliteit in het hoger onderwijs en 7 Hoger onderwijs > Taalregeling opleidingen].
• Het leren van vreemde talen wordt geïntensifieerd (OD 3.6) o.m. door de uitwisselingsprojecten te stimuleren met bijzondere aandacht voor de lerarenopleidingen [zie 13.1], door een CLIL-experiment in het secundair onderwijs en door deelname aan de European Survey on Language Competences [zie 11.1.2.6].
• De internationale dimensie van het onderwijs(beleid) krijgt verder vorm (OD 6.6) o.m.in de Europese Unie (met in het bijzonder aandacht voor het verwerven van basisvaardigheden, onderwijs voor duurzame ontwikkeling, mobiliteitsbevordering en Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding), de OESO [zie 13.7.2], leerlinguitwisselingen met scholen uit de Franse en Duitstalige Gemeenschap en uit andere Europese landen, twinnings tussen Marokkaanse en Vlaamse scholen [zie 13.1.1] en de ontwikkelingssamenwerking met o.m. Zuid-Afrika [zie 13.7.1]. 
• De gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's zal sneller erkend worden (OD 6.7). [Zie Bacheloropleidingen > Studiebewijzen 7.2.1.8 & 13.1.1].

Het Europese ‘een leven lang leren’-programma

Vlaanderen neemt deel aan het Europese ‘een leven lang leren’-programma of LLP (Lifelong Learning Programme). Dit programma verzamelt de onderwijs en opleidingsprogramma’s van de Europese Unie en loopt van 2007 tot 2013. EPOS vzw staat voor 'Europese Programma's voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking'. Het LLP bevat zowel gecentraliseerde (op het Europese niveau) als gedecentraliseerde acties (op het niveau van de lidstaten). EPOS beheert de gedecentraliseerde acties in Vlaanderen.

Comenius: Comenius richt zich tot alle geledingen van het schoolonderwijs: het kleuter- en lager onderwijs, alle vormen van het secundair onderwijs (ASO, TSO, (D)BSO en KSO), het buitengewoon (basis- en secundair) onderwijs maar ook de lerarenopleiding en –nascholing.

Erasmus: Het Erasmus-programma is het vlaggenschip van de Europese onderwijs- en opleidingsprogramma’s voor mobiliteit en samenwerking binnen het hoger onderwijs in Europa. De verschillende acties van dit programma bieden niet alleen mogelijkheden voor studenten die in het buitenland willen studeren of een stage doen, maar ook voor onderwijzend en ander personeel, zelfs uit bedrijven, die in het buitenland college willen geven en voor personeel uit het hoger onderwijs dat in het buitenland een opleiding wil volgen. Bovendien ondersteunt het programma ook de samenwerking van hogeronderwijsinstellingen via intensieve programma’s, academische netwerken en multilaterale projecten en hun inspanningen voor een betere band met het bedrijfsleven.

Leonardo da Vinci: Het Leonardo da Vinci programma focust op de leer- en opleidingsnoden van allen die betrokken zijn bij beroepsonderwijs en beroepsopleiding. Het betracht de competitiviteit van de Europese arbeidsmarkt te vergroten door Europese burgers te helpen nieuwe vaardigheden, kennis en kwalificaties te verwerven en om die erkend te zien over de grenzen heen.

Grundtvig: Grundtvig wil een toegankelijke en kwaliteitsvolle (non-)formele volwasseneneducatie uitbouwen en zo de participatie van volwassenen in ‘Een leven lang leren’ vergroten. Dit gebeurt via financiering en ondersteuning van internationale samenwerkingsprojecten en mobiliteitsactiviteiten.

Study Visits: In een Study Visit werken 10 tot 15 gelijkgestemde specialisten uit verschillende landen 3 tot 5 dagen samen rond een specifiek thema van onderwijs en opleiding in het gastland. Bedoeling is om werkwijzen en goede praktijken internationaal uit te wisselen en te verspreiden.

Erkenning van buitenlandse ervaringen en getuigschriften

NARIC-Vlaanderen behorende tot het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV) van het Ministerie van Onderwijs en Vorming is verantwoordelijk voor het erkennen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen, de professionele erkenning van onderwijsberoepen op basis van de Europese Richtlijn 2005/36/EG, het verstrekken van informatie over (de erkenning van) een Vlaams diploma in het buitenland en een verklarend erkenningsattest voor diploma's behaald in Fédération Wallonie-Bruxelles . NARIC-Vlaanderen, National Academic (& Professional) Recognition and Information Centre is de Vlaamse unit binnen het ENIC-NARIC-netwerk. NARIC centra zijn de erkenningscentra van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte (de EU + IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en (soms) Zwitserland). In het ENIC (European Network of Information Centres) Netwerk zitten ook alle NARIC-centra, want  het ENIC Netwerk is van  de Raad van Europa en de Unesco.

De procedures die gelden voor de verschillende onderwijsniveaus zijn gevat in verschillende besluiten. De afhandeling van de procedures is over de onderwijsniveaus heen grotendeels gelijklopend.

Het decreet van 4 april 2003 bevestigt dat de erkenning van buitenlandse diploma's hoger onderwijs in Vlaanderen verloopt volgens de principes van de Lisbon Recognition Convention van 1997 van de Raad van Europa en UNESCO. De ratificatie door België en de inwerkingtreding gebeurde op 1 september 2009.

Relevante websites

• Departement Internationaal Vlaanderen: hier vindt men o.m. het beleidskader, beleidsnota's, het Vlaams regeerakkoord (luik buitenlands beleid en internationale samenwerking), de inbreng van Vlaanderen in de Europese Unie, de OESO, de Raad van Europa, en de Unesco. De databank Nadia archiveert de Intergouvernementele en Internationale Akten van de Vlaamse Overheid. De intergouvernementele akten zijn de binnenlandse samenwerkingsakkoorden die gesloten werden door de Vlaamse Regering met de federale regering en/of de regeringen van de andere Gemeenschappen en/of Gewesten.
• Ook het departement onderwijs heeft webpagina's gewijd aan internationalisering in het onderwijs.
• Op Vlaanderen in Actie vindt men de EU 2020-strategie en het Vlaams Hervormingsprogramma Europa 2020
• EPOS vzw voert het Europese LLP (Lifelong learning Programme) programma uit in Vlaanderen. Zie verder het EPOS-jaarboek 2011.