Skip to main content
European Commission logo

Eurydice

EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Educatieve richtlijnen voor kinderen jonger dan 2.5 jaar

Belgium - Flemish Community

4.België-Vlaamse-gemeenschap:Kleuteronderwijs en kinderopvang

4.4België-Vlaamse-gemeenschap:Educatieve richtlijnen voor kinderen jonger dan 2.5 jaar

Last update: 14 December 2023

Beleidsdocumenten

Kinderopvang

Van elke organisator kinderopvang worden de volgende zaken verwacht:

  • respect voor de fysieke en psychische integriteit van elk kind,
  • het niet discrimineren van kinderen en gezinnen.

Op pedagogisch vlak wordt van elke organisator van kinderopvang verwacht dat deze:

  • de ontwikkeling van de kinderen, op allerlei vlakken (lichamelijk, cognitief, sociaal, emotioneel, communicatief, creatief en moreel) stimuleert;
  • het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen bevordert.

Dit doet de organisator door:

  • het aanbieden van gevarieerd spelmateriaal, bewegings- en andere activiteiten zowel voor binnen of buiten. Naast dit aanbod is er ook voldoende ruimte voor vrij spel;
  • een methode toe te passen om het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen na te gaan;
  • het bevorderen van een respectvolle houding tussen de kinderen onderling en hun begeleiders;
  • te zorgen voor voldoende toezicht en continuïteit in de begeleiding van de kinderen, zodat een hechte relatie kan worden opgebouwd tussen de kinderen en de begeleider(s).

Hierbij houdt de organisator rekening met:

  • het aantal kinderen;
  • het ontwikkelingsniveau, het ritme, de interesses, de behoeften en de eigenheid van de kinderen.

Opvang van baby’s en peuters: pedagogisch raamwerk



Specifiek voor de opvang van baby’s en peuters is er bijkomend het pedagogische raamwerk dat op 19 november 2014 door de Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin werd gelanceerd. Het pedagogische raamwerk is in opdracht van Kind en Gezin opgemaakt door onderzoekers van de Universiteit Gent en van de KU Leuven, in samenwerking met alle relevante stakeholders (vertegenwoordigers uit de kinderopvangsector, onderwijs, kinderrechtencommissariaat, Zorginspectie, opleidingsorganisaties,…).



Het beschrijft wat onder pedagogische kwaliteit kan worden verstaan, uitgewerkt in opdrachten, uitgangspunten en grote lijnen van pedagogisch handelen. Hierdoor kan het door elke opvanglocatie gebruikt worden om de eigen werking aan af te toetsen en te verbeteren. Op termijn is het de bedoeling dat elke opvang van baby’s en peuters haar kwaliteitsbeleid afstemt op het pedagogische raamwerk. Hierbij is er geen resultaatsverbintenis, wel een inspanningsverbintenis. Van elke opvang van baby’s en peuters wordt met andere woorden verwacht dat ze kan aantonen hoe er gewerkt wordt aan de opdrachten die de opvang heeft ten aanzien van kinderen, gezinnen en de samenleving zoals beschreven in het raamwerk. Tot slot moet elke organisator van kinderopvang voor baby’s en peuters sinds de implementatie van het decreet voor pedagogische ondersteuning samenwerken met een pedagogische ondersteuningsorganisatie.

Leer- en ontwikkelingsgebieden

Pedagogische benaderingen

Kinderopvang

Elke opvanglocatie wordt aangezet om te werken met het pedagogische raamwerk. Verder is elke locatie vrij in het gebruik van materialen. Centraal worden hier geen regels voor opgelegd.

Beoordeling

Zodra een opvang een vergunning, een erkenning of een attest van toezicht heeft, wordt er regelmatig door Kind en Gezin geëvalueerd of nog altijd aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan. Kind en Gezin baseert zich hiervoor o.a. op de bevindingen van het Agentschap Zorginspectie dat na gaat of de opvang voldoet aan de regelgeving op basis van documenten en onderzoek ter plaatse. Van eind 2013 tot eind 2016 liep in Vlaanderen het MeMoQ-project. MeMoQ staat voor het meten en het monitoren van de pedagogische kwaliteit in de opvang van baby’s en peuters. Binnen dit project werd een nieuw kader uitgewerkt voor het meten, het opvolgen en het verbeteren van de pedagogische kwaliteit in de Vlaamse kinderopvang van baby’s en peuters.



Het pedagogische raamwerk (zie ook supra) dat in 2014 werd gelanceerd was een eerste stap in het project. Het raamwerk vormde de basis voor de uitbouw van verschillende, met elkaar verbonden instrumenten:

  1. Het wetenschappelijke meetinstrument. Met dit instrument werd een nulmeting uitgevoerd waardoor er een wetenschappelijk onderbouwd beeld is op de globale pedagogische kwaliteit in de Vlaamse kinderopvang van baby’s en peuters. Het is de bedoeling om de metingen met het wetenschappelijk meetinstrument op periodieke basis te herhalen om zo een evolutie in kaart te brengen.
  2. Het monitoringinstrument. Met dit instrument bekijkt men de kwaliteit in een individuele opvang. Sinds juni 2017 wordt het gebruikt door het agentschap Zorginspectie waarbij wordt nagegaan of een minimale pedagogische norm wordt behaald in individuele opvanglocaties.
  3. Het zelfevaluatie-instrument. De opvang en medewerkers kunnen dit instrument gebruiken (er wordt geen verplichting tot gebruik opgelegd) om over de eigen werking te reflecteren en na te gaan waar en hoe deze kan worden verbeterd. Meer info op de website van Kind en gezin https://www.kindengezin.be/kinderopvang/sector-babys-en-peuters/pedagogi....