Skip to main content
European Commission logo

Eurydice

EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Organisatie van de tweede en derde graad secundair onderwijs

Belgium - Flemish Community

6.België-Vlaamse-gemeenschap:Secundair en post-secundair niet-tertiair onderwijs

6.4België-Vlaamse-gemeenschap:Organisatie van de tweede en derde graad secundair onderwijs

Last update: 14 December 2023

Soorten instellingen

Onderwijsvormen

De tweede en derde graad secundair onderwijs onderscheidt vier onderwijsvormen:

  • algemeen secundair onderwijs (aso)
    • beoogt een brede theoretische vorming
    • bereidt de leerling voor op hoger onderwijs
    • ongeveer 115.000 jongeren, of 27% van de leerlingen in het secundair onderwijs, zijn in het aso ingeschreven
  • kunstsecundair onderwijs (kso)
    • combineert een algemene en brede ontwikkeling met een actieve artistieke praktijk
    • bereidt de leerlingen voor op een professioneel leven of op hoger onderwijs
    • ongeveer 6000 jongeren, of 1,5% van de leerlingen in het secundair onderwijs, zijn in het kso ingeschreven  
  • technisch secundair onderwijs (tso)
    • heeft vooral aandacht voor algemene en technisch-theoretische vakken met praktijklessen
    • bereidt de leerlingen voor op het beroepsleven of het hoger onderwijs
    • ongeveer 90.000 jongeren, of 21% van de leerlingen in het secundair onderwijs, zijn in het tso ingeschreven
  • beroepssecundair onderwijs (bso)
    • is sterk praktijkgericht en laat de leerlingen specifieke beroepsvaardigheden opdoen in combinatie met een algemene opleiding
    • overstap naar hoger onderwijs is mogelijk maar niet gebruikelijk
    • ongeveer 75.000 jongeren, of 18% van de leerlingen in het secundair onderwijs, zijn in het bso ingeschreven.
    • de organisatie van het beroepssecundair onderwijs wordt verder besproken in hoofdstukken 6.7 tot 6.9.

Studiegebieden en studierichtingen

De onderwijsvormen zijn verder onderverdeeld in studiegebieden. Elk studiegebied groepeert een aantal studierichtingen op basis van inhoudelijke verwantschap en, in het tso, ook op basis van een behoefte aan eenzelfde infrastructuur en uitweg naar eenzelfde beroepssector.

De lijst van studiegebieden is in de Codex Secundair Onderwijs vastgelegd (zie 6.5.1.2 'Studiegebieden en studierichtingen organiseerbaar in de tweede en derde graad secundair onderwijs'). Het is de Vlaamse Regering die binnen de studiegebieden bepaalt welke studierichtingen georganiseerd kunnen worden. Een schoolbestuur bepaalt op basis van die lijsten zelf – eventueel na overleg met de scholengemeenschap - welke studierichtingen ze in een school wil organiseren. De invoering van een nieuwe studierichting in een school is afhankelijk van de programmatienormen.

In de praktijk zijn er zowel scholen die zich op het vlak van aanbod naar een bepaalde niche richten (vb. hotelschool) en scholen die een zeer gediversifieerd aanbod hebben waarin diverse studiegebieden en studierichtingen aan bod komen.

In het derde leerjaar van de derde graad hebben de studierichtingen een specifieke omschrijving:

  • sommige studierichtingen van het aso en kso zijn een zogenaamd "voorbereidend leerjaar op het hoger onderwijs"
  • sommige studierichtingen van het tso en kso zijn een zogenaamde "Se-n-Se” (Secundair Na Secundair)

Geografische toegankelijkheid

Zie eerste graad.

Toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze

Toelatingsvoorwaarden

Een leerling die een getuigschrift van de eerste graad heeft kan tot de tweede graad worden toegelaten. Voor de overstap van de tweede naar de derde graad is steeds een getuigschrift van de tweede graad vereist.

Binnen een graad geldt in de meeste scholen de leerjaarevaluatie: het geslaagd zijn in het onderliggend leerjaar is nodig om naar het hoger jaar te kunnen doorstromen. Tot bij het begin van de derde graad zijn veranderingen van studierichting toegelaten, uiteraard in functie van het aanpassingsvermogen van de betrokken leerling. In de loop van de derde graad zijn studieveranderingen slechts in uitzonderlijke omstandigheden toegelaten omdat ervan uitgegaan wordt dat de studiekeuze van de leerling dan definitief moet zijn.

Voor specifieke gevallen kan de toelatingsklassenraad van deze algemene regels afwijken en zelf over de toelating van een leerling beslissen. Dit is onder meer het geval voor leerlingen die van het buitengewoon naar het gewoon onderwijs overstappen of voor leerlingen die overkomen uit het niet-Vlaams onderwijs.

Voor de gedetailleerde toelatingsvoorwaarden zie het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 en de toelichting in de omzendbrief SO 64 (25/06/1999).

Schoolkeuze

Zie eerste graad.

Leeftijdsniveaus en leeftijdsgroepen

Zie eerste graad.

Organisatie van het schooljaar

Zie eerste graad.

Organisatie van de schooldag en schoolweek

Zie eerste graad.

Schoolweek

Zie eerste graad.

Schooldag

Zie eerste graad.