Skip to main content
European Commission logo

Eurydice

EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Tweede-cyclus programma's (Masteropleidingen)

Belgium - Flemish Community

7.België-Vlaamse-gemeenschap:Hoger onderwijs

7.3België-Vlaamse-gemeenschap:Tweede-cyclus programma's (Masteropleidingen)

Last update: 14 December 2023

Masteropleidingen zijn steeds academisch gericht. Zij hebben tot doel de studenten te brengen tot een gevorderd niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, dat noodzakelijk is voor de autonome beoefening van de wetenschappen of de kunsten of voor de aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis in de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen.

Masteropleidingen bevinden zich op niveau 7 van het Vlaamse en Europese kwalificatieraamwerk. Ze leiden tot de graad van master.

Naast de domeinmasters kunnen de universiteiten, onder strikte voorwaarden, een beperkt aantal onderzoeksmasters aanbieden. Deze onderzoeksmasters moeten voldoen aan de volgende criteria:

  • ze leiden tot een doorstroom naar onderzoekscarrières aan een instelling voor hoger onderwijs of binnen de industrie en maatschappelijke organisaties;
  • de opleiding sluit aan bij de onderzoekszwaartepunten van de hogeronderwijsinstelling;
  • het beoogde eindniveau van de opleiding sluit aan bij het eindniveau dat internationaal gangbaar is voor een onderzoeksmaster.

Naast de initiële masteropleidingen kunnen de hogeronderwijsinstellingen ook master-na-masteropleidingen aanbieden. Deze zijn gericht op een verdere aanvulling/ verbreding of verdieping/ specialisatie van de competenties verworven in een initiële masteropleiding.

De studieomvang van de masteropleidingen bedraagt ten minste 60 studiepunten. De meeste masteropleidingen hebben een studieomvang van 60 of 120 studiepunten. Enkel de masteropleiding in de geneeskunde heeft een studieomvang van 180 studiepunten.

Masteropleidingen worden aangeboden door de universiteiten. De hogescholen kunnen, binnen het kader van de Schools of Arts ook masteropleidingen aanbieden in het studiegebied Audiovisuele en beeldende kunst en het studiegebied Muziek en podiumkunsten. De Hogere Zeevaartschool biedt masteropleidingen aan in het studiegebied Nautische wetenschappen. 

Studiegebieden

De universiteiten kunnen masteropleidingen aanbieden en de overeenstemmende graad van master verlenen in de volgende studiegebieden:

  1. Wijsbegeerte en moraalwetenschappen;
  2. Godgeleerdheid, godsdienstwetenschappen en kerkelijk recht;
  3. Taal- en letterkunde;
  4. Geschiedenis;
  5. Archeologie en kunstwetenschappen;
  6. Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen;
  7. Psychologie en pedagogische wetenschappen;
  8. Economische en toegepaste economische wetenschappen;
  9. Politieke en sociale wetenschappen;
  10. Sociale gezondheidswetenschappen;
  11. Bewegings- en revalidatiewetenschappen;
  12. Wetenschappen;
  13. Toegepaste wetenschappen;
  14. Toegepaste biologische wetenschappen;
  15. Geneeskunde;
  16. Tandheelkunde;
  17. Diergeneeskunde;
  18. Farmaceutische wetenschappen;
  19. Biomedische wetenschappen;
  20. Verkeerskunde
  21. Architectuur;
  22. Industriële wetenschappen en technologie;
  23. Biotechniek;
  24. Productontwikkeling;
  25. Toegepaste taalkunde;
  26. Handelswetenschappen en bedrijfskunde;
  27. Conservatie-restauratie.

De hogescholen kunnen binnen een School of Arts masteropleidingen aanbieden en de onderwijs en de overeenstemmende graad van master verlenen in de volgende studiegebieden:

  1. Audiovisuele en beeldende kunst;
  2. Muziek en podiumkunsten.

De Hogere Zeevaartschool kan masteropleidingen aanbieden en de overeenstemmende graad van master verlenen in het studiegebied Nautische wetenschappen.

In de Codex Hoger Onderwijs wordt per universiteit/hogeschool vastgelegd in welk van de hierboven vermelde studiegebieden ze onderwijsbevoegdheid hebben om masteropleidingen aan te bieden en de bijhorende graad van master te verlenen.

Een geïntegreerd overzicht van alle opleidingen is te raadplegen in het Hogeronderwijsregister. Dit register geeft ook de studieomvang van de verschillende masteropleidingen weer .

De Vlaamse Regering legt jaarlijks een lijst vast van (bachelor- en) masteropleidingen die per instelling kunnen worden aangeboden. Nieuwe opleidingen kunnen enkel aangeboden worden na erkenning door de Vlaamse Regering en op voorwaarde dat de opleiding een toets macrodoelmatigheid door de Erkenningscommissie en een toets nieuwe opleiding (kwaliteit) door de NVAO met positief gevolg doorlopen heeft.

Toelatingsvoorwaarden

Naast decretaal vastgelegde algemene diplomavoorwaarden hebben de instellingen de autonomie om ook taalvoorwaarden op te leggen en om in functie van de vooropleiding een voorbereidingsprogramma op te leggen of de inhoud van het studieprogramma te differentiëren. Het instellingsbestuur legt de bijkomende inschrijvingsvoorwaarden vast in haar onderwijsreglement.

Het decretaal kader ziet er als volgt uit:

  • Het bezit van de graad van bachelor, verworven in een academische gerichte bacheloropleiding, geeft recht op een rechtstreekse toegang tot een masteropleiding. Met een professioneel gerichte bacheloropleiding dient er een schakelprogramma te worden gevolgd en kan voorafgaand een bekwaamheidsonderzoek uitgevoerd worden. Een schakelprogramma omvat ten minste 45 en ten hoogste 90 studiepunten. De instelling kan het schakelprogramma nog beperken of zelfs een volledige vrijstelling verlenen op basis van een bekwaamheidsonderzoek van de eerder verworven kwalificaties (EVK).
  • De inschrijving voor een onderzoeksmaster kan afhankelijk gemaakt worden  van een onderzoek naar de bekwaamheid van de student om die onderzoeksmaster te volgen. Het instellingsbestuur kan het aantal studenten dat toegelaten wordt tot een onderzoeksmaster beperken op grond van de toegekende financiering door de overheid voor de werking.
  • Master-na-masteropleidingen kunnen door de hoger onderwijsinstellingen enkel opengesteld worden voor personen die reeds in het bezit zijn van een diploma van masteropleiding. Ze kunnen de rechtstreekse toelating beperken tot afgestudeerden van masteropleidingen met specifieke opleidingskenmerken. Voor afgestudeerden van andere masteropleidingen, kan de instelling het volgen van een voorbereidingsprogramma als toelatingsvoorwaarde opleggen. De inhoud en studieomvang daarvan wordt bepaald door de instelling en kan variëren naargelang de graad van inhoudelijke verwantschap tussen de vooropleiding en de betrokken master-na-masteropleiding.

De inschrijving voor een master na masteropleiding kan afhankelijk gesteld worden van een onderzoek naar de bekwaamheid van de student om deze opleiding te volgen.

De instelling kan personen die in het bezit zijn van een buiten de Vlaamse Gemeenschap afgeleverd diploma van het hoger onderwijs vrijstellen van de voorgeschreven vooropleidingseisen voor zover de instelling het behaalde diploma en het specifieke opleidingsprofiel van de student van voldoende niveau acht en op voorwaarde dat aan de authenticiteitscontrole van de betreffende diploma's of certificaten is voldaan. De toelating tot inschrijving kan afhankelijk gemaakt worden van de succesvolle voltooiing van een specifiek daartoe ontworpen voorbereidingsprogramma.

Het instellingsbestuur kan personen die hun studiebewijs niet meer kunnen voorleggen, om humanitaire redenen, toelaten tot de vervolgopleiding na onderzoek naar de bekwaamheid van de student om de vervolgopleiding te volgen.

Curriculum

De basisprincipes zijn analoog met bacheloropleidingen. 

Bij het vastleggen van het programma voor de opleidingen die leiden tot de beroepen van arts, huisarts, tandarts, dierenarts, apotheker en architect leeft het instellingsbestuur de vereisten na bepaald in de Europese Richtlijn 2005/36/EG. Het accreditatieorgaan bevestigt in zijn accreditatierapport en zijn accreditatiebesluit of het instellingsbestuur die Europese Richtlijn al dan niet heeft nageleefd.

Op het einde van de masteropleiding moet elke student een verhandeling (masterproef) indienen (en soms verdedigen). Deze vertegenwoordigt ten minste 20% van de ECTS-omvang van het masterprogramma, met een minimum van 15 credits en een maximum van 30 credits.

Onder dezelfde voorwaarden als bij de bacheloropleidingen kunnen in de initiële masteropleidingen anderstalige opleidingsonderdelen aangeboden worden. Wel is het zo dat het aandeel anderstalige opleidingsonderdelen in een masteropleiding 50% kan bedragen van het totaal aantal opleidingsonderdelen, uitgedrukt in studiepunten. Als deze grens overschreden wordt, spreekt men van een anderstalige opleiding.

De hogeronderwijsinstellingen kunnen ook anderstalige initiële masteropleidingen aanbieden. Het aandeel anderstalige initiële masteropleidingen is decretaal beperkt tot 35% van het totaal aangeboden initiële masteropleidingen. 

De instellingen zijn vrij om de onderwijstaal van de master-na-masteropleidingen te bepalen.

Onderwijsmethoden

Analoog met bacheloropleidingen. 

Studievoortgang

Analoog met bacheloropleidingen. 

Tewerkstellingsmogelijkheden

Net als bij de bacheloropleidingen hebben de hogeronderwijsinstellingen een specifieke infrastructuur uitgebouwd voor de begeleiding van masterstudenten die afstuderen. In steeds meer masteropleidingen wordt in het onderwijsprogramma ook een stagemogelijkheid voorzien. .

Beoordeling studenten

Analoog met bacheloropleidingen.

Studiebewijzen

Analoog met bacheloropleidingen.