Skip to main content
European Commission logo

Eurydice

EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Andere organisatievormen en alternatieve structuren op niveau basis- en secundair onderwijs

Belgium - Flemish Community

5.België-Vlaamse-gemeenschap:Lager onderwijs

5.4België-Vlaamse-gemeenschap:Andere organisatievormen en alternatieve structuren op niveau basis- en secundair onderwijs

Last update: 14 December 2023

Kunstzinnige vorming

Kunstzinnige vorming kunnen jongeren krijgen in het DKO, deeltijds kunstonderwijs (zie Permanente vorming – DKO).

Onderwijs aan kinderen afwezig omwille van medische redenen

In de loop van een schooljaar kunnen kinderen afwezig zijn op school wegens ziekte of andere medische redenen. Een afwezigheid van korte duur vormt meestal geen probleem op vlak van schoolactiviteiten. Problematischer wordt het wanneer de afwezigheid langdurig of veelvuldig is. De afwezigheid zorgt dan voor een reëel risico op leerachterstand. Daarom kunnen leerlingen die wegens ziekte of handicap niet naar school kunnen gaan, kunnen via een andere organisatievorm les krijgen.

  • Type 5-onderwijs (ziekenhuisonderwijs)
  • Tijdelijk Onderwijs Aan Huis (TOAH)
  • Onderwijs in Diensten met onderwijsbehoefte  (K-diensten= kinderpsychiatrie)
  • Synchroon internetonderwijs (SIO, Bednet)

Vlaanderen is toonaangevend op vlak van onderwijs aan kinderen die afwezig zijn omwille van medische redenen. Alle maatregelen ten aanzien van onderwijs aan kinderen die afwezig zijn omwille van medische redenen hebben twee doelstellingen:

  • De leerachterstand van de leerling beperken.
  • De terugkeer van de leerling naar school voorbereiden.

Het contact met de school is een bijkomend voordeel, maar kan nooit een doel op zichzelf zijn.

Type 5-onderwijs

Inhoudelijke toelichting

Een type 5-school is gehecht aan een ziekenhuis, preventorium of residentiële setting. Het personeel van de school verzorgt het onderwijs voor alle patiënten van de medische voorziening of residentiële setting. Het verstrekte onderwijs kan individueel zijn (aan bed) of men kan groepjes tot zelfs klasgroepen vormen.

Type 5-scholen zijn ‘scholen’ in de reglementaire zin van het woord. Er wordt een lestijdenpakket berekend op basis van het gemiddeld aantal leerlingen tijdens de telperiode en een gemiddelde verblijfsduur. De aanleiding om met een gemiddeld aantal leerlingen te werken, is dat leerlingen die in een ziekenhuis, preventorium of residentiële setting verblijven hier niet noodzakelijk het hele schooljaar voltijds verblijven. De school heeft een autonome directie (los van de directeur van de context waaraan de school gehecht is) en er wordt administratieve omkadering en een werkingsbudget voorzien. De school kan getuigschriften uitreiken. De leerkrachten die er aangesteld worden, zijn onderwijspersoneel in de “traditionele” zin van het woord (prestatieregeling van het onderwijs, vaste benoeming, verloning). Er zijn zowel basis als secundaire type 5-scholen. Sinds september 2014 zijn alle secundaire afdelingen verbonden aan een type 5-school autonome scholen met een eigen directie.

Ondanks het feit dat type 5-scholen in de reglementaire zin “gewone scholen” zijn, is er een groot verschil met het regulier onderwijs: de aanpak en de intensiteit van de onderwijsbegeleiding is totaal anders omdat er uitsluitend met zieke leerlingen gewerkt wordt. De doelstelling van al deze scholen is dezelfde: de leerachterstand beperken en een terugkeer naar de (thuis)school vlot laten verlopen.

De mogelijkheid om een type 5-school bij een residentiële setting op te richten is relatief nieuw. Met “residentiële setting” worden diverse welzijns-, jeugd- en gezondheidsvoorzieningen bedoeld, andere dan ziekenhuizen en preventoria, waar kinderen en jongeren opgenomen en begeleid worden en voor wie het daardoor niet mogelijk is om onderwijs te volgen in een school en nood hebben aan onderwijs (bijvoorbeeld: begeleidingstehuizen).

De regering moet nog categoriën voorzieningen bepalen die als residentiële setting gezien worden (en waar, na toestelmming door de Vlaamse Regering een type 5 school zou opgericht kunnen worden). Bij het bepalen van de categorieën voorzieningen die als residentiële setting in aanmerking komen zal de regering rekening houden met de omvang, kenmerken, verblijfsduur en -regime van de doelgroep en met de specificiteit van de residentiële setting.

Het onderwijslandschap telt in 2019 zeven basisscholen van het type 5, met in totaal vijftien vestigingsplaatsen:

  • drie basisscholen zijn verbonden aan universitaire ziekenhuizen (Antwerpen, Gent en Leuven), goed voor acht vestigingsplaatsen;
  • twee zijn verbonden aan revalidatieklinieken (Pulderbos en Vlezenbeek) met in totaal drie vestigingsplaatsen;
  • twee behoren tot het preventorium in De Haan (1 Franstalige en 1 Nederlandstalige, met in totaal vier vestigingsplaatsen)

Leerlingen worden zowel ingeschreven in de thuisschool als in de type 5 school. Er wordt gebruik gemaakt van een dubbele inschrijving (dit is de enige situatie waarbij een dubbele inschrijving toegelaten is) en een dubbele telling. De thuisschool heeft daardoor de verplichting alle medewerking te verlenen bij het onderwijs dat aldus aan haar leerling verstrekt wordt.

Zie ook: Decreet basisonderwijs (B.S. 17/04/1997) o.a. artikel 3, 58°, 10, 15, 23, 103, 109 §4, 111, 112,119 en 149.

Cijfers

  Aantal type 5 scholen
Basisonderwijs 7
Secundair onderwijs 6
Totaal 13
  Gemiddelde aanwezigheid 1/02/2017 t.e.m. 31/01/2018

 
Kleuteronderwijs 120
Lager onderwijs 203
Totaal 748

Tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH)

Inhoudelijke toelichting

Tijdelijk Onderwijs Aan Huis (TOAH) werd in 1997 door het decreet basisonderwijs geïntroduceerd. Sindsdien is het recht op tijdelijk onderwijs aan huis systematisch geoptimaliseerd, werd de doelgroep uitgebreid en is de maatregel ook overgenomen door het secundair onderwijs.

TOAH wordt georganiseerd voor leerlingen uit het regulier en buitengewoon onderwijs die om medische redenen langdurig of veelvuldig afwezig zijn op school. Er zijn drie belangrijke doelgroepen voor TOAH:

  • langdurig afwezig leerlingen omwille van ziekte of ongeval (“niet chronisch”) (ong. 80% van de TOAH-aanvragen);
  • veelvuldig en herhaaldelijk (“chronisch”) afwezige leerlingen omwille van ziekte of ongeval;
  • leerlingen op moederschapsrust (enkel in secundair onderwijs).

De algemene basisvoorwaarden voor een recht op TOAH zijn:

  • het gaat om een leerling van het gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs;
  • de leerling is minimaal 2,5 jaar,;
  • er is een aanvraag ingediend door de ouders, die aan het schoolbeheerteam van Agodi meegedeeld wordt door de school. In die aanvraag vraagt de ouder (de betrokken persoon) aan de school om TOAH te organiseren.

In die aanvraag attesteert de arts dat de leerling ziek is en niet naar school kan, maar dat er wel TOAH gegeven mag worden.

Naast deze algemeen bindende voorwaarden, is er ook een voorwaarde omtrent afstand tot de school. De afstand tussen de school (de voor de leerling meest gunstige vestigingsplaats van de school, niet noodzakelijk die waar de leerling les volgt) en de verblijfplaats van de leerling mag voor het gewoon onderwijs niet meer dan 10 km bedragen en voor het buitengewoon onderwijs niet meer dan 20 km. Indien de verblijfplaats van de leerling op meer dan 10 of 20 km van de school is, dan is de school niet ‘verplicht’ om TOAH te organiseren. Indien zij dat wil, kan het wel. Van scholen wordt verwacht dat ze leerlingen die buiten deze kilometergrens verblijven op gelijke wijze behandelen. Als zij TOAH geven aan leerling A die buiten de kilometergrens woont, wordt er ook verwacht dat zij dit voor leerling B buiten de kilometergrens organiseert.

Naast algemene bepalingen die voor iedereen gelden, zijn er voor de verschillende doelgroepen specifieke bepalingen over:

  • het verwerven van het recht (het ticket, de voorwaarden);
    • meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezigheid wegens ziekte of ongeval voor niet-chronische zieke leerlingen, geattesteerd door een (huis)arts of voor moederschapsrust, geattesteerd door een (huis)arts;
    • een attest van een art-specialist die de chronisch zieke leerling opvolgt (voor deze leerlingen is er geen wachttijd);
  • het genereren van de aanvullende omkadering;
  • de aanwending van de lestijden.

Als de leerling voldoet aan de voorwaarden, kan de procedure voor de opstart van TOAH aangevraagd worden. De ouders van de leerling vragen TOAH aan bij de directie van de thuisschool via een standaard aanvraagformulier. In geval van langdurige ziekte of ongeval wordt een ziekteattest afgeleverd door de huisarts of de behandelende arts, geldig voor één schooljaar per school. Wanneer het om een chronische ziekte gaat, levert de geneesheer-specialist het attest af. Dit attest blijft voor heel de schoolcarrière geldig. Het TOAH wordt op de verblijfplaats van de leerling aangeboden. De school beslist over de inhoud van het TOAH in overleg met de ouders en zo mogelijk de betrokken leerling en best (in voorkomend geval) na consultatie van T5-school of DMOB. Het tijdstip wordt in onderling overleg overeengekomen. Naast de verloning voor de toegekende lestijden, betaald de overheid ook de verplaatsingskosten van de leerkracht.

Na 21 kalenderdagen afwezigheid voor langdurig zieke leerlingen genereert de leerling vier lestijden. Per week (na de 21 kalenderdagen) waarbij de leerling minder dan halftijds aanwezig kan zijn op school worden er opnieuw vier lestijden gegenereerd.

Per schijf van 9 halve schooldagen afwezigheid wegens chronische ziekte, geattesteerd door een arts-specialist worden er ook vier TOAH-lestijden gegenereerd. Deze halve dagen kunnen zeer verspreid zijn over het schooljaar.

TOAH kan doorgaan op zowel de verblijfplaats van de leerling als op de school. Dit laatste werd voor chronisch zieke leerlingen geïntroduceerd. TOAH kan ook gecombineerd worden met synchroon internetonderwijs. Het is echter niet mogelijk om TOAH te organiseren in een preventorium, ziekenhuis of residentiële setting waar type 5-onderwijs wordt georganiseerd of in een DMOB.

Cijfers

Aantal leerlingen geholpen met TOAH

16-17 chronisch niet chronisch totaal
bao 82 332 414
totaal 317 1.656 1.973
17-18 CHRONISCH  NIET CHRONISCH TOTAAL
BAO 112 400 512
totaal 392 1.811 2.203

Onderwijs in diensten met onderwijsbehoefte (DMOB of K-diensten)

Inhoudelijke toelichting

Kinder- en jeugdpsychiatrieën (K-diensten) die onderdeel zijn van een ziekenhuis dat niet bediend worden door een type 5-school kunnen erkend worden als een dienst met onderwijsbehoeften (DMOB). De K-dienst wordt dan gesubsidieerd om binnen de voorziening zelf een onderwijsaanbod te verzekeren. De betrokken leerling blijft gedurende de periode van verblijf in de K-dienst en het ontvangen onderwijs vanuit de DMOB ingeschreven in de thuisschool. De leerling is er immers afwezig op basis van een doktersattest. De thuisschool heeft daardoor de verplichting alle medewerking te verlenen bij het onderwijs dat aldus aan haar leerling verstrekt wordt. Het gaat meestal om leerlingen die een lange periode in de K-dienst verblijven (meerdere weken tot maanden).

In tegenstelling tot type 5-scholen, is een DMOB is geen school in de reglementaire zin van het woord: er is geen directiefunctie, er is geen onderscheid basis en secundair onderwijs, de dienst kan geen getuigschriften uitreiken. Het onderwijsaanbod wordt gedurende het volledige kalenderjaar georganiseerd; er wordt niet met schooljaren gewerkt. De onderwijsinspectie staat in voor de kwaliteitsbewaking. Een DMOB ontvangt een subsidie. Er werd gekozen voor enveloppefinanciering, berekend op basis van het aantal erkende bedden voor dag- en nachthospitalisatie en/of plaatsen voor daghospitalisatie op 1 januari van het lopende schooljaar. In het decreet is er een totaalbedrag voor alle DMOB opgenomen, dit bedrag wordt gedeeld door het aantal te subsidiëren bedden en plaatsen om het bedrag per bed/plaats te bepalen.

Enveloppefinanciering geeft de DMOB de mogelijkheid om zo flexibel mogelijk in te spelen op wijzigende onderwijsnoden binnen de instelling. Met de toegekende subsidie-enveloppe kunnen zij personeel permanent in dienst nemen, samenwerkingsovereenkomsten afsluiten met scholen, externe medewerkers betalen of een combinatie van deze mogelijkheden maken.

De laatste jaren besteden verschillende voorzieningen toenemende aandacht en zorg aan onderlinge netwerking en afstemming van hun aanbod voor kinderen en jongeren met een sterk verhoogde psychische kwetsbaarheid. Meer en meer bundelen bestaande initiatieven de krachten om voor deze jonge mensen de gepaste hulp te bieden. Toch stelde het Agentschap Zorg en Gezondheid vast dat voor sommige jongeren nog steeds niet het nodige zorgaanbod aanwezig is. Vanuit Vlaanderen wordt daarom gewerkt aan een reconversieoefening, waarbij ziekenhuizen hun (bestaande en erkende) algemene ziekenhuisbedden kunnen reconverteren naar kinderpsychiatrische k(d) en/of k(n)- plaatsen. Met deze oefening hoopt Welzijn een extra capaciteit van meer dan 120 K-dagplaatsen en 11 K-nachtplaatsen in Vlaanderen te realiseren. Men gelooft hierbij sterk in een concept van kleinschalige units, dicht in de buurt bij kinderen en jongeren en hun context, hun school, hobby’s, …, nauw aansluitend op andere sectoren.

Ondanks deze reconversieoefening, is in 2019 het aantal K-diensten met DMOB gedaald, alsook het aantal plaatsen waarvoor dit georganiseerd wordt. Op 1 september 2019 maakten immers een aantal K-diensten de overgang van het subsidiemechanisme DMOB naar type 5-onderwijs. De komende jaren zal het aantal K-bedden terug zal stijgen als gevolg van de reconversieoefening.

Cijfers

K-diensten gesubsidieerd als DMOB: 9

Aantal bedden: 173 bedden

Bedrag per bed: 5.6060,87 Euro

Synchroon internetonderwijs

Inhoudelijke toelichting

Het Synchroon Internet Onderwijs (SIO) is een specifieke vorm van afstandsleren, waarbij een jongere die fysiek niet in staat is om in de klas aanwezig te zijn toch kan deelnemen aan het klasgebeuren “in real time” door middel van en ondersteund door ICT-toepassingen. SIO biedt aan leerlingen voor wie het door ziekte, ongeval of moederschapsrust tijdelijk onmogelijk is om onderwijs te volgen in hun school, de mogelijkheid om op afstand, via de computer, rechtstreeks en in interactie met de leerkrachten en klasgenoten de lessen te volgen. SIO ondersteunt het leerproces, beperkt de leerachterstand en bereidt de terugkeer naar school voor. SIO kan gecombineerd worden met TOAH.

Er werd gekozen om te werken met een centrale organisator voor SIO. Deze centrale organisator, vzw Bednet, werd via een procedure aangesteld. Als centrale organisator vallen volgende taken ten laste van Bednet:

  • capteren van de aanvragen voor SIO via een webapplicatie;
  • beoordelen van de aanvragen voor SIO (formele voorwaarden en haalbaarheid);
  • ter beschikking stellen van een consulent die het SIO-traject opstart, opvolgt, begeleidt en faciliteert;
  • ter beschikking stellen van het materiaal voor 700 gelijktijdige SIO-projecten en het bereiken van 1.000 leerlingen per jaar;
  • aanbieden van een helpdeskfunctie en technische ondersteuning;
  • het actief werken aan bekendheid van de maatregel SIO (bijvoorbeeld: de jaarlijks georganiseerde pyjamadag);
  • materiaal- en methodiekontwikkeling, onderzoek en vorming. Binnen SIO neemt techniciteit in zowel hardware (bijvoorbeeld: gebruik van camera) als software (bijvoorbeeld: toegankelijk voor kleine kinderen die nog niet (goed) kunnen lezen, verbindingen (speedtest)) een zeer belangrijke plaats in.

De zieke leerling die gebruik wil maken van SIO moet aan een aantal formele en inhoudelijke criteria voldoen. De formele criteria zijn de volgende:

  • de leerling is minstens 5 jaar en een regelmatige leerling in het gefinancierd of gesubsidieerd basis- of secundair onderwijs,
  • een leerling kan niet in dezelfde periode ondersteund worden door zowel SIO als Permanent Onderwijs Aan Huis (POAH). Een combinatie met Tijdelijk Onderwijs Aan Huis (TOAH) kan wel (en is zelfs aangewezen);
  • de leerling is door ziekte, ongeval of moederschapsrust tijdelijk, langdurig of veelvuldig niet in staat om onderwijs te volgen in de eigen school. De school beschikt over verantwoordingsstukken over die afwezigheid;
  • in geval van afwezigheid wegens ziekte of ongeval is SIO verenigbaar met de medische behandeling van de leerling.

Qua inhoudelijke criteria moet de leerling aan het volgende voldoen:

  • kan de leerling tijdens de periode van afwezigheid genoeg leren en in interactie gaan via SIO? SIO gaat rechtstreeks. De leerling moet in voldoende mate in staat zijn om tijdens de lesmomenten van SIO gebruik te maken.
  • zal de leerling lang genoeg gebruik kunnen maken van SIO?

Bij een langdurige afwezigheid wordt een minimale geplande afwezigheid van 4 weken vooropgesteld. Bij een frequente afwezigheid wordt een minimale geplande afwezigheid van 36 halve dagen op jaarbasis vooropgesteld.

  • De leerling, zijn ouders, de school en het CLB tonen zich allemaal betrokken en engageren zich op een positieve manier.
  • SIO wordt niet gebruikt om de leerling op afstand te houden.

Nadat vzw Bednet de aanvraag heeft ontvangen, wordt er tijdens het schooljaar binnen de vijf werkdagen contact opgenomen door de consulent met het gezin en de school. De consulent geldt als aanspreekpunt voor alle betrokkenen i.v.m. SIO en begeleidt actief de voorbereiding, opstart en afronding van een SIO-project, inhoudelijk en organisatorisch. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met school, gezin en eventuele andere betrokkenen, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van de thuis- en schoolsituatie. De consulent streeft naar een maximale bescherming van de persoonlijke levenssfeer van alle betrokkenen en zal hier steeds naar handelen.

Scholen zijn verplicht om SIO in het schoolreglement te vermelden. De school moet de ouders individueel op de hoogte brengen van het bestaan en de mogelijkheden van SIO, van zodra duidelijk is dat de leerling hiervoor in aanmerking zal komen.

VZW Bednet realiseert begeleiding op maat van de zieke leerling door een virtuele schoolomgeving te creëren en dit aan te bieden via het internet. Dit is een gebruiks- en kindvriendelijke oplossing die binnen het leerplichtonderwijs een aantal mogelijkheden biedt. Een computer in de klas van het zieke kind wordt verbonden met de computer thuis of in het ziekenhuis. Met de hulp van een laptop en randapparatuur volgt hij of zij alles wat in de klas gebeurt. Via een camera is het kind betrokken bij de les en kan hij met zijn klasgenoten praten en vragen stellen. De leerling ziet zijn leerkracht en klasgenoten in de klas. Hij kan foto’s nemen van het bord en door een belletje de aandacht vragen van de leerkracht, zelfs een vinger opsteken is mogelijk. Dit systeem laat toe om op maat van het zieke kind lesmateriaal, taken en toetsen, berichten en audiovisueel materiaal aan te bieden.

Er is ook gedacht aan kinderen die de lessen overdag niet kunnen meevolgen. De leerkracht kan in dat geval de agenda, lesmateriaal en opdrachten opslaan in de boekenkast zodat de leerling alles na de schooluren kan terugvinden.

Al het technische materiaal dat nodig is om synchroon internetonderwijs tot stand te brengen wordt momenteel door vzw Bednet gratis ter beschikking gesteld. De zieke leerling zorgt zelf voor boeken en schriften die nodig zijn om de les te kunnen volgen.

VZW Bednet startte in het schooljaar 2006-2007 met enkele proeftrajecten. SIO werd als het ware door de vzw “op de kaart gezet”. De historiek van synchroon internetonderwijs in Vlaanderen is onlosmakelijk verbonden aan de historiek van de vzw. Het eerste volledige schooljaar was 2007/2008. Bednet vzw werd vanaf het begin door de overheid gesubsidieerd. Tot 2015 bedroeg de subsidie van de Vlaamse overheid ongeveer 237.000 euro op jaarbasis.

In het decreet van 25 april 2014 betreffende het Onderwijs XXIV werd synchroon internetonderwijs decretaal verankerd vanaf 1 september 2015. De subsidie werd opgetrokken tot 2,3 miljoen euro. Vanaf het toekennen van deze hogere subsidie werden er tussen vzw Bednet en de Vlaamse Overheid concretere afspraken gemaakt over de te leveren prestaties, in zeer belangrijke mate het bereik van de doelgroep.

Doorheen 2019 werd het proces opgestart om te werken met een meerjarige subsidie-overeenkomst met de centrale organisator. Deze subsidie-overeenkomst zou op basis van schooljaar opereren, terwijl de huidige subsidie-overeenkomst werkt op basis van kalenderjaar. De “vacature” van centrale organisator zal bij de overgang naar deze meerjarige subsidie-overeenkomst terug opengesteld worden.

Cijfers

Evolutie van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van SIO

Jaar AAntal
2012 217
2013 264
2014 278
2015 320
2016 517
2017 732
2018 1088

Procentuele verdeling per pathologie

Pathologie Aantal
kanker 26
psychische/gedragsstoornis 15
gewrichts- en spierletsel 12
bloed/auto-immuniteit 8
ongeval/medische complicatie 6
endocrien/voedingsstoornis 4
niet geclassificeerd 4
infectie/parasitair 4
zenuwstelsel 4
letsel met uitwendige oorzaak 4
spijsverteringsletsel 3
hart en vaat 3
ademhalingsstelsel 3
aandoening perinatale periode 2
zwangerschap 2
urogenitaal 1
congenitaal 1
oor 0
huid 0

POZILIV

POZILIV staat voor Platform voor Onderwijs aan Zieke Leerlingen in Vlaanderen. Dit platform komt op voor kwaliteitsvolle onderwijsondersteuning en -begeleiding van zieke kinderen en jongeren. In hun memorandum ijveren ze voor de verbetering van de zorg voor chronisch en langdurig zieke leerlingen. Op basis van concrete voorstellen willen ze een aantal verzuchtingen op vlak van onderwijs structureel gerealiseerd zien.

De administratie pleegt regelmatig overleg met de vertegenwoordigers van het platform.